Hendriks doet aan de Erasmus Universiteit onderzoek naar de relatie tussen arbeidsomstandigheden en werkgeluk. Hij verwacht dat als werknemers de vrijheid krijgen om vrij te nemen wanneer ze dat willen of nodig hebben, dat kan zorgen voor een betere werk-privébalans en daarmee voor meer werkgeluk. Wel uit Hendriks zijn twijfels. Het hangt volgens hem af van de implementatie en de cultuur in een organisatie. “Veel werknemers zijn bang dat het opnemen van extra vakantie zal leiden tot scheve gezichten bij collega’s of de baas en dat het niet goed is voor hun carrière. Bovendien verwacht de baas vaak nog steeds dat evenveel werk wordt afgeleverd. In zo’n organisatie zullen onbeperkte vakantiedagen weinig veranderen.”

Voor werkgevers kan het beleid wel heel aantrekkelijk zijn. Geen verlofregister bij hoeven houden scheelt administratieve handelingen. Ook kunnen werknemers geen dagen ‘opsparen’ en meenemen.

ING zegt het vooral te doen om het ‘werkgeluk’ en de ‘performance’ van medewerkers te stimuleren. Het is in eerste instantie een proef. Het is dus nog niet bekend of er een maximum komt aan het aantal vakantiedagen dat medewerkers mogen opnemen, of andere voorwaarden. “Het belangrijkste is dat medewerkers binnen hun team en met hun manager hierover in gesprek gaan. En dat medewerkers in deze pilot ondervinden dat zij meer ruimte hebben dan voorheen om bijvoorbeeld langer aaneengesloten vrij te zijn als dat zij gewend zijn,” aldus HR-directeur Maarten van Beek op Nu.nl

Effect snel verdwenen

‘Gelukseconoom’ Hendriks kan meer voor de hand liggende maatregelen bedenken om het werkgeluk te vergroten. Het werk afwisselender en inhoudelijk interessanter maken, of managers beter trainen in de omgang met werknemers zijn volgens hem beproefdere methoden. Want al kunnen medewerkers wel meer vakantiedagen opnemen, het gelukseffect is na de vakantie al snel weer verdwenen.