Werkgever moet ervoor zorgen dat werknemer niet 'verslijt'
Minister Donner en staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben het voorontwerp van de wet voor duurzame inzetbaarheid naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze maatregelen zijn erop gericht dat mensen bij verhoging van de AOW-leeftijd ook langer door kunnen werken en niet voortijdig verslijten.
Het voorontwerp regelt onder meer via de Arbowet dat werkgevers en werknemer de wettelijke verplichting krijgen om te zorgen voor duurzame inzetbaarheid van werknemers. Deze moeten de kans krijgen op een gezonde manier door te werken tot hun 67e. U kunt hier ondermeer voor zorgen door:
- De gezondheid van werknemers goed te volgen.
- Te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden.
- Tijdige om- en bijscholing.
Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat vooral mensen met een zwaar beroep op tijd naar ander werk door kunnen stromen. Het arbobesluit krijgt een ‘agendabepaling’ die nader uitwerkt waar werkgevers en werknemers precies aandacht aan moeten besteden.
Zware beroepen
Onder zware beroepen worden beroepen gezien die – als je ze langer dan 30 jaar uitvoert – leiden tot (ernstige) fysieke slijtage die niet meer is terug te draaien. Werkgevers- en werknemersorganisatie in een sector kunnen beroepen voordragen als zwaar werk. De uiteindelijke beslissing ligt bij de regering. Werknemers die dertig jaar een dergelijk zwaar beroep uitoefenen moeten van hun werkgevers een aanbod krijgen voor minder belastend werk of begeleiding naar werk bij een ander bedrijf. Gebeurt dit niet moet de werkgever het mogelijk maken dat de werknemer op zijn 65e kan stoppen door hem te compenseren met 140 procent van het jaarsalaris.
