Logo
  • Achtergrond
  • 12 juni 2019
  • mr. Monique van de Graaf

Voorbeelden keten- en perioderegeling Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag twee keer worden verlengd (keten), mits daarbij een periode van 24 maanden, inclusief een eventueel tussenliggende onderbreking van perioden tot en met zes maanden, niet wordt overschreden (periode). Vanaf 1 januari 2020 wordt de termijn van 24 maanden opgerekt naar 36 maanden. Enkele voorbeelden.

Beeld Voorbeelden keten- en perioderegeling Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)

Vanaf het moment dat tussen dezelfde werkgever en werknemer drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan zes maanden, geldt de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd.

Ketensysteem

Het ketensysteem (artikel 7:668a BW) ziet er als volgt uit:

  1. Tijdelijke arbeidscontracten die elkaar opvolgen met tussenpozen van meer dan zes maanden, eindigen steeds automatisch op het overeengekomen tijdstip. In deze situatie is er nog geen sprake van een 'keten', omdat de tussenpozen te lang duren.
  2. De werkgever kan drie keer aansluitend binnen een tijdsbestek van 24 maanden een tijdelijk arbeidscontract sluiten dat steeds eindigt op het afgesproken tijdstip. Pas wanneer de werkgever voor de vierde maal een tijdelijk arbeidscontract sluit met dezelfde werknemer, treedt er een verandering op: het vierde arbeidscontract geldt als een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Het maakt hierbij niet uit of de werkzaamheden zijn gewijzigd.
  3. Ook ontstaat er een arbeidscontract voor onbepaalde tijd wanneer de totale lengte van de elkaar opvolgende tijdelijke arbeidscontracten langer dan twee jaar is. Zodra de grens van twee jaar wordt overschreden, wordt het lopende tijdelijke arbeidscontract automatisch omgezet in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd.
  4. Zodra er tussen twee tijdelijke arbeidscontracten sprake is van een onderbreking van meer dan zes maanden, wordt de keten van elkaar opvolgende arbeidscontracten onderbroken. Dat betekent dat de werkgever en werknemer opnieuw met een keten van drie contracten in twee jaar kunnen starten.
  5. Een eenmalig tijdelijk arbeidscontract van twee jaar of langer mag eenmaal direct aansluitend met maximaal drie maanden worden verlengd zonder dat er een arbeidscontract voor onbepaalde tijd ontstaat.
  6. Het systeem is ook van toepassing op elkaar opvolgende tijdelijke arbeidscontracten die een werknemer aangaat met verschillende werkgevers die geacht moeten worden ten aanzien van de verrichte arbeid elkaars opvolger te zijn.

Het ketensysteem is van toepassing op arbeidscontracten die elkaar opvolgen, dus als de schakels van de keten achter elkaar liggen. Wanneer de tijdelijke arbeidsovereenkomst is omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, is het ontslagrecht geheel van toepassing. De opzegtermijn moet in dat geval worden berekend vanaf de ingangsdatum van de allereerste arbeidsovereenkomst.

Een werkervaringsplaats telt in beginsel niet mee als keten in de ketenregeling. Van belang daarbij is dat er tijdens de werkervaringsplaats nog vaardigheden en verantwoordelijkheden moeten worden opgedaan om uiteindelijk de betreffende functie te kunnen vervullen. Voor een werkgever is het raadzaam zowel in de arbeidsovereenkomst als op de werkvloer aandacht te besteden aan dit leerelement zodat het onderscheid met een reguliere arbeidsovereenkomst duidelijk naar voren komt.

Wet arbeidsmarkt in balans 

Vanaf 1 januari 2020 gaat de periode gedurende welke tijdelijke contracten kunnen worden afgesloten weer terug naar 36 maanden. Het nieuwe recht treedt per 1 januari 2020 met onmiddellijke ingang in werking. Dit betekent dat deze ruimere ketenregeling van toepassing is op arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan op of na 1 januari 2020. 

Tijdelijke arbeidscontracten: voorbeelden

In de volgende situaties tot 1 januari 2020 wordt het tijdelijke arbeidscontract omgezet in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd:
Wanneer tijdelijke arbeidscontracten elkaar in een periode van twee jaar of langer opvolgen, zonder onderbreking(en) van meer dan zes maanden, wordt het laatste tijdelijke arbeidscontract van rechtswege omgezet in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. De omzetting vindt plaats op het moment waarop de tweejarentermijn is bereikt.

Voorbeeld: Een werkgever en een werknemer sluiten een tijdelijk arbeidscontract voor de duur van één jaar. Na afloop van dat arbeidscontract gaat de werknemer vier maanden reizen en daarna komt hij terug. Ze sluiten opnieuw een arbeidscontract voor één jaar. Dit laatste arbeidscontract zal echter niet automatisch eindigen na het afgesproken jaar, want op het moment dat de tweejarentermijn verstrijkt, wordt het tweede tijdelijke arbeidscontract automatisch omgezet in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd.

Voor het tellen van de tweejarentermijn tellen tussenliggende onderbrekingen die niet langer dan zes maanden duren, mee. Het is daardoor lastiger geworden werknemers er ‘even’ tussenuit te laten gaan en vervolgens weer in dienst te nemen.

Berekening tweejarentermijn:

Een werkgever en een werknemer sluiten een tijdelijk arbeidscontract voor de duur van 12 maanden. Na afloop van dat arbeidscontract hebben de werkgever en de werknemer geen arbeidscontract gedurende een periode van drie maanden. Vervolgens sluiten ze een arbeidscontract voor de duur van 10 maanden. De werkgever denkt op deze manier te voorkomen dat er een arbeidscontract voor onbepaalde tijd ontstaat, want 12 + 10 = 22 maanden. Dit is echter onjuist. Ook de tussenliggende periode van drie maanden telt mee voor de tweejarentermijn. Er is dus sprake van een contractperiode van 25 maanden (12 + 3 + 10). Het tweede arbeidscontract wordt automatisch omgezet in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd op het moment dat de tweejarentermijn wordt overschreden.

Drie opeenvolgende contracten van een 8 maanden:

Een werkgever en een werknemer sluiten aansluitend drie arbeidscontracten, steeds voor de duur van 8 maanden. Deze arbeidscontracten kunnen alle drie automatisch eindigen. De totale contractperiode is immers precies twee jaar, omdat de contracten op elkaar aansluiten. Stel nu dat er tussen het tweede en derde contract een onderbreking van een week ligt. Dan zal het laatste contract niet meer automatisch eindigen. De totale contractperiode is nu 2 jaar + 1 week. Op de dag waarop de tweejarentermijn wordt overschreden, wordt het laatste jaarcontract omgezet in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd.
Wanneer meer dan drie tijdelijke arbeidscontracten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan zes maanden, wordt het laatste arbeidscontract omgezet in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Het vierde contract wordt dan geacht voor onbepaalde tijd te zijn aangegaan.

Het vierde arbeidscontract:

Een werkgever en een werknemer sluiten een arbeidscontract voor de duur van een half jaar. Dit arbeidscontract loopt automatisch af op de afgesproken datum. Na twee maanden sluiten ze opnieuw een arbeidscontract voor een half jaar en daarna nog eens. Deze contracten eindigen allemaal automatisch op de overeengekomen datum. Als de werkgever nu met deze werknemer binnen zes maanden na het einde van het laatste arbeidscontract weer een tijdelijk arbeidscontract sluit, geldt dit nieuwe arbeidscontract als een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Dit vierde arbeidscontract zal dus niet meer automatisch eindigen.
Er ontstaat alleen een arbeidscontract voor onbepaalde tijd wanneer de totale contractperiode (inclusief onderbrekingen) langer is dan twee jaar. Dus niet wanneer die periode precies twee jaar lang is.
Het kabinet heeft in het concept wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans dat op 9 april 2018 is gepubliceerd aangegeven per 1 januari 2020 weer terug te willen gaan naar een ketenregeling waarbij het mogelijk is drie contracten in drie jaar tijd aan te gaan.

In de volgende voorbeelden wordt gekeken naar de situaties na 1 januari 2020:

De eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (6 maanden) is aangegaan van 1 juni 2018 tot 1 december 2018. Hierop volgt een tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (12 maanden) van 1 december 2018 tot 1 december 2019 en een derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (12 maanden) van 1 december 2019 tot 1 december 2020. In dit geval ontstaat, als gevolg van de inwerkingtreding van de voorgestelde wijziging, nog geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De duur van de opvolgende contracten is bij elkaar geteld langer dan de periode van twee jaar, maar het moment waarop de periode van 2 jaar wordt gepasseerd ligt na de inwerkingtreding van de wijziging.

Er is een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (14 maanden) aangegaan van 1 oktober 2017 tot 1 december 2018. Hierop volgt een tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (12 maanden) van 1 december 2018 tot 1 december 2019. Er ontstaat op basis van de huidige ketenregeling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met ingang van 1 oktober 2019 (de periode van twee jaar wordt dan immers overschreden).

Inwerkingtreding van de  wijziging met ingang van 1 januari 2020 wijzigt dit niet.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.