
Op 1 oktober 2027 moeten alle werkgevers definitief klaar zijn met de arbeidsvoorwaardelijke afspraken over de nieuwe pensioenregeling en moeten alle contracten getekend zijn. De uiterste deadline om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel is 1 januari 2028. Het gaat daarbij om meer dan 50.000 werkgevers en hun pensioenregelingen.
Dreigend tekort aan capaciteit
AWVN schat dat ongeveer 80 procent van de pensioenregelingen nog moet worden aangepast. Concreet betekent dit dat die werkgevers nu moeten beginnen met de voorbereidingen, allereerst door te overleggen met de werknemersvertegenwoordiging (vakorganisaties, ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging) en hun medewerkers, de deelnemers in de regeling. Volgens AWVN kan in de meeste gevallen de deadline in theorie nog worden gehaald, maar is er een dreigend tekort aan capaciteit bij pensioendeskundigen en pensioenuitvoerders om de bedrijven te begeleiden, zeker als iedereen tegelijk wil overstappen.
Pensioenfondsen wél op schema
Uit gegevens van AWVN blijkt dat pensioenfondsen overwegend wél op schema liggen met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Een paar kleine fondsen passen al de nieuwe systematiek en regels toe. Dat zijn onder meer Pensioenfonds Werk & (Re)integratie (PWRI), het pensioenfonds voor de loodsen, het personeelspensioenfonds van APG en Pensioenfonds Openbare Bibliotheken.
Ongeveer 30 pensioenfondsen denken al in 2026 over te gaan naar het nieuwe stelsel. De uiterste datum daarvoor is 1 januari 2028. Een van de vijf grootste pensioenfondsen, bedrijfstakpensioenfonds Bouw, heeft al een invaarvergunning van DNB gekregen net als Pensioenfonds Stipp (uitzendbranche) en Pensioenfonds Levensmiddelen. Het pensioenfonds voor de Zorg, PFZW, staat ook opgesteld om per 1 januari 2026 de overstap te maken. Ruim 40 pensioenfondsen volgen in 2027, onder andere het ABP, het pensioenfonds voor de overheid.
Overgang veelal kostenneutraal
Uit de plannen blijkt dat de overgang bij pensioenfondsen naar het nieuwe stelsel veelal kostenneutraal kan worden uitgevoerd. Dit betekent dat werknemers er niet op achteruitgaan en dat de premies gelijk blijven voor zowel werknemers als werkgevers. De fondsen hebben naar verwachting voldoende geld om eventueel werknemers te compenseren.
In het Pensioenakkoord van 2019 werden werkgeversorganisaties en vakbonden het eens over een nieuw toekomstbestendig pensioenstelsel. Later werd dat door het kabinet omgezet in de Wet Toekomst Pensioenen.