Consequenties struikelen Belastingplan 2016 voor loonbelasting
Het afblazen van het Belastingplan 2016 heeft gevolgen voor de loon- en inkomstenbelasting. Wat de loonbelasting betreft voelen werknemers, als de Eerste Kamer op 15 december a.s. niet akkoord gaat met het Belastingplan 2016, vanaf april 2016 een negatief effect op hun loonstrook.
Loonbelasting die in het eerste kwartaal 2016 te weinig wordt geheven, zal namelijk waar mogelijk worden ingehaald in de resterende maanden van het jaar.
In de loonbelasting geldt dat de tabellen en rekenregels die op basis van de voorgenomen maatregelen uit het Belastingplan 2016 aan werkgevers worden verstrekt, pas per 1 april 2016 kunnen worden aangepast.
Effect loonstroken
Het effect op individuele werknemers is sterk afhankelijk van hun persoonlijke situatie en kan niet op vantevoren worden ingeschat. Doordat correctie van de loonbelasting pas mogelijk is vanaf 1 april 2016, zullen afwijkingen ontstaan tussen ingehouden loonbelasting en de verschuldigde inkomstenbelasting. Deze verschillen zullen blijken bij de aangifte en definitieve aanslag 2016.
Inkomstenbelasting
Voor de inkomstenbelasting geldt dat bij de voorlopige aanslagen 2016, die momenteel worden berekend en binnenkort worden verstuurd, wordt gerekend met de percentages en bedragen zoals op Prinsjesdag 2015 gepresenteerd. De nota van wijziging kon hier niet meer in worden verwerkt, maar de invloed daarvan is beperkt. Het niet doorgaan van het Belastingplan 2016 betekent dat deze circa 4 miljoen voorlopige aanslagen met onjuiste parameters zijn berekend en dus tot foutieve voorlopige aanslagen leiden. Herstel hiervan vindt plaats via de definitieve aanslag over 2016 in 2017. Dat kan betekenen dat belastingplichtigen in 2017 een bedrag moeten bijbetalen.
