In bijgaande uitspraak verzoekt werkgever, een zorginstelling, ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer, omdat zij volgens werkgever verwijtbaar handelt door het plaatsen en/of delen van LinkedIn-berichten.
Werknemer verschijnt met verkoudheidsklachten op het werk en gaat niet naar huis ondanks dat meerdere collega’s hem dat hadden geadviseerd. De volgende dag meldt werknemer zich ziek en twee dagen later blijkt dat hij positief is getest op het coronavirus.
Werknemer valt op 9 januari 2014 uit wegens ziekte. Dat blijft hij, o.a. als gevolg van een arbeidsconflict. Werkgever betaalt 104 weken loon tijdens ziekte. Per datum einde wachttijd (8 januari 2016) krijgt werknemer geen WIA toegekend. UWV oordeelt namelijk dat hij zijn eigen werk wel bij een andere werkgever kan doen. Werknemer krijgt (daarom) wel WW. Tot 1 januari 2017, want per die datum treedt hij ook daadwerkelijk bij een andere werkgever in dienst. De arbeidsovereenkomst met de aanvankelijke werkgever is echter nooit beëindigd.
Heeft corona en de (telkens aangepaste) overheidsadviezen nu gemaakt dat een thuiswerkverzoek sneller afgedwongen kan worden? Nee, eigenlijk niet. Dit volgt in ieder geval niet uit de rechtspraak.
Een van de in de wet (artikel 7:669 lid 3 sub c BW) opgenomen ontslaggronden is frequent verzuim. Oftewel: “het bij regelmaat niet kunnen verrichten van de bedongen arbeid als gevolg van ziekte of gebreken van de werknemer met voor de bedrijfsvoering onaanvaardbare gevolgen, mits het bij regelmaat niet kunnen verrichten van de bedongen arbeids niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer en aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht".
De rol van de arbo- en bedrijfsarts is regelmatig groot en bepalend, zo werd in een aantal recente uitspraken maar weer eens bevestigd.
Hybride werken wordt de nieuwe norm, zoveel lijkt duidelijk. Waarbij de locatie van talent steeds minder belangrijk is. Dat vraagt om een nieuwe aanpak die deze manier van werken kan ondersteunen: strategisch talentmanagement.
“Nou, dit moet je me toch even uitleggen. Jullie leiden mensen op tot werkgelukdeskundige en dan ben je tegen het aannemen van CHO?” Een deelnemer van een van onze trainingen keek ons verontwaardigd aan. “Klopt,” zeiden wij, bijna in koor. We zijn er rotsvast van overtuigd dat wanneer organisaties aandacht hebben voor werkgeluk en zich focussen op een positieve werkcultuur mensen én organisaties kunnen floreren. We denken alleen niet dat een CHO daarvoor moet zorgen.
Werknemer treedt op 15 december 2020 in dienst bij een zorgorganisatie. 15 januari 2021 wordt werknemer door werkgever aangesproken op een stroeve samenwerking met collega's. 5 februari vindt een tweede evaluatiegesprek plaats. Werknemer wordt dan overgeplaatst naar een ander organisatieonderdeel. 2 maart wordt werknemer mede gedeeld dat de samenwerking ook daar niet goed gaat. Vanaf 8 maart hoeft werknemer niet meer te komen en dient werkgever een ontbindingsverzoek in.
Werkgever, Natuurmonumenten, verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met werknemer, een boswachter, te ontbinden, primair wegens disfunctioneren (d-grond), subsidiair vanwege een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en meer subsidiair vanwege een combinatie van de d- en g-grond (i-grond).