Ontwikkelingen deskundigenoordeel en aanvragen second opinion
Wat schiet een organisatie op met een deskundigenoordeel? Hoe staat het ervoor bij het UWV? En hoe vraag je een second opinion aan? Een korte uitleg.
Een deskundigenoordeel aanvragen heeft meerdere voordelen. In veel gevallen kan een deskundigenoordeel een vastgelopen re-integratieproces weer lostrekken. Partijen krijgen weer een impuls om actief naar oplossingen te zoeken. Een oordeel over het al dan niet aanwezig zijn van passende arbeid binnen een bedrijf kan van belang zijn bij het bepalen in welke richting de re-integratie van de werknemer het best kan worden voortgezet. Verder kan een deskundigenoordeel duidelijkheid geven over de vraag of de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen verricht; de werkgever loopt dan minder het risico na 104 weken te worden veroordeeld tot een langere periode van loondoorbetaling (loonsanctie). Tot slot kan het de ontslagprocedure na twee jaar ziekte eenvoudiger maken en versnellen als er al een oordeel van UWV ligt.
Ontwikkelingen deskundigenoordeel
Inmiddels - begin 2024) is bekend dat het UWV een onderscheid maakt tussen schrijnende en niet-schrijnende situaties. Het UWV is wettelijk verplicht om een deskundigendoordeel af te geven (artikel 32a lid 1 Wet SUWI) maar in de praktijk kampt het UWV met capaciteitsproblemen waardoor het niet altijd lukt om een deskundigenoordeel af te geven.
Het UWV definieert een schrijnende situatie als volgt:
'Er is sprake van een schrijnende situatie als blijkt dat de stagnatie in de re-integratie direct bijgestuurd dan wel vlotgetrokken kan worden dor het afgeven van een deskundigenoordeel en dit wordt nagelaten.'
Alle aanvragen die niet als een schrijnende situatie worden aangemerkt komen op de stapel. Een vraag van de werkgever om de re-integratie-inspanningen te toetsen valt niet onder de schrijnende situaties. Dit betekent echter niet per se dat de aanvraag niet in behandeling zal worden genomen. Het UWV maakt zelf een schifting tussen urgente en niet-urgente aanvragen voor een deskundigenoordeel en neemt in dat kader contact op met de aanvrager om hier gevoel bij te krijgen. Op het moment dat het deskundigenoordeel opgepakt kan worden, wordt de aanvrager hierover telefonisch geïnformeerd. Tijdens het contact wordt nagegaan of de behoefte voor een inhoudelijk oordeel nog bestaat.
Als de WIA-aanvraag inmiddels is ingediend, wordt het deskundigenoordeel niet meer afgehandeld. Vanaf dat moment worden de re-integratie-inspanningen in verband met de RIV-toets en het recht op een WIA-uitkering beoordeeld. De
WIA-aanvraag gaat in dat geval voor op de aanvraag voor een deskundigenoordeel.
Meer hierover is te lezen in de handreiking deskundigenoordelen
Mogelijkheid aanvragen second opinion
Een second opinion kan door de werknemer worden aangevraagd bij een andere door de werkgever gecontracteerde onafhankelijke bedrijfsarts indien de werknemer twijfelt aan de juistheid van het door de bedrijfsarts gegeven advies (artikel 14d Arbeidsomstandighedenbesluit). De kosten verbonden aan de second opinion komen voor rekening van de werkgever. Dat is dus een verschil met het aanvragen van een deskundigenoordeel bij UWV. De tweede bedrijfsarts geeft op basis van de door de eerste bedrijfsarts verstrekte informatie ook een advies. Dat kan gelijkluidend zijn aan of afwijken van het advies van de eerste bedrijfsarts. De second opinion kan gaan over een advies van een bedrijfsarts in het kader van:
- de verzuimbegeleiding;
- een uitgevoerd gezondheidskundig onderzoek (met uitzondering van aanstellingskeuringen);
- de consultatie met betrekking tot gezondheidskundige vraagstukken in verband met de arbeid.
Het gaat bij de second opinion om een zelfstandig oordeel door een andere bedrijfsarts. Het aanvragen van een second opinion heeft geen opschortende werking ten aanzien van het advies van de eerste bedrijfsarts. Dit advies moet dus in feite gewoon opgevolgd worden. De werknemer bepaalt na het uitvoeren van de second opinion of deze aan de eerste bedrijfsarts ter beschikking wordt gesteld.
De eerste bedrijfsarts blijft in beginsel de verzuimbegeleiding uitvoeren tenzij de werknemer daar ernstige bezwaren tegen aanvoert. Bij dergelijke bezwaren zal de werkgever moeten kijken aan wie hij de verzuimbegeleiding verder over laat. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs de tweede bedrijfsarts te zijn omdat daar veelal geen regulier contract mee is afgesloten.
Een second opinion is, zoals uit het voorgaande blijkt, ruimer qua bereik dan een deskundigenoordeel door het UWV. Dit neemt niet weg dat de kans bestaat op enige overlap. Het zal voor het UWV lastig zijn met een afwijkend advies te komen bij twee gelijkluidende oordelen.
Pool second opinion-bedrijfsartsen
Er is een pool opgericht van bedrijfsartsen die second opinions kunnen uitvoeren. Deze landelijke pool bedrijfsartsen second opinion (LPBSO) voert second opinions uit voor werknemers die via hun werkgever zijn aangesloten bij een arbodienst of bedrijfsarts die lid is van één van de volgende branche organisaties: OVAL, KoM en ZFB.Wordt in het basiscontract verwezen naar de LPBSO, dan vult de eigen bedrijfsarts samen met de werknemer het aanvraagformulier in. Hij kan daarbij doorverwijzen naar de lijst met second opinion bedrijfsartsen van de LPBSO. Daaruit kan de werknemer een bedrijfsarts kiezen. De eigen bedrijfsarts stuurt vervolgens de aanvraag voor de second opinion rechtstreeks naar de gekozen bedrijfsarts. Op de website van de LPBSO is het aanvraagformulier en de lijst van aangesloten bedrijfsartsen te vinden. Het is ook mogelijk om naar de second opinion poli te gaan.
Lees ook: Overzicht houden bij re-integratie zieke medewerker: re-integratie simpel uitgelegd