Logo
  • Blog
  • 1 februari 2013

Ojee, economen over belonen

Als een econoom naar een organisatie kijkt die niet vooruit wil, gaat hij duwen en beweren dat de zaak weer rijdt. Economen kijken niet onder de motorkap, die willen geen smeer aan hun handen hebben.

Om die stelling te bewijzen klommen de hoogleraren economie Rick van der Ploeg en Willem Vermeend in de pen om ons te vertellen hoe een modern beloningsgebouw vormgegeven wordt.

We laten de motorkap daarom nog even dicht.

Wat is er loos dat bedrijven als Capgemini tot zulke draconische maatregelen moeten besluiten, vragen de beide professoren en oud-politici in de Telegraaf zich hardop af. Dat komt, zeggen zij, omdat in ons land – in tegenstelling tot andere landen – het gebruikelijk is dat salarissen ongepast blijven stijgen naarmate de leeftijd van werknemers hoger ligt. De belangrijkste reden daarvoor is ervaring.

Heren, licht die kap nu eens op en zie dat niet ervaring, maar iets heel anders hiervan de oorzaak is. Namelijk dat wij loonprogressie heel normaal vinden, ook als je toegevoegde waarde hetzelfde blijft. Sterker, we gunnen elkaar die noodzakelijke promotie maar al te graag. Het hele systeem is daarop gebouwd. Senior functies, uitloopschalen, opgepompte functiebeschrijvingen (“wat moet ik opschrijven om een schaaltje hoger te komen?”), ‘men-vraagt-wij-draaien waarderingen’ van dure adviesbureaus, overdreven marktvergelijkingen, het zijn allemaal geoorloofde manieren om er geld bij te marchanderen.

En o ja, omdat niet-verhogen ten koste van de motivatie gaat! Ook al zo’n fijn argument. Maar geloof mij, stilstaan noch salarisprogressie werken mee aan motivatie. Om rechtvaardig te worden beloond, moet je je weten gewaardeerd. Op je toegevoegde waarde. De rest telt niet mee. Zelfs niet het systeem. Het komt aan op communicatie, niet op geld.

Motorkap weer dicht.

“We moeten op zoek naar een loonsysteem dat enerzijds meer rekening houdt met de marktwaarde van werknemers voor het bedrijf, maar tegelijk ook met de levensfase en rechtspositie van werknemers.” OK. Hoe hadden jullie dat gedacht?

Jongeren en startende werknemers zeggen Van der Ploeg en Vermeend, zouden er best wat bij mogen krijgen. “In het buitenland worden die veelal beter betaald dan hier. Daardoor neemt de kans toe dat onze jonge talenten naar andere landen vertrekken.”

Kap open. Het vrijgeven van de tandarts tarieven zou een patiëntverhuizing laten zien in de richting van de beste kwaliteit/prijs verhouding. Niets is minder waar, patiënten bewegen helemaal niet volgens dit economisch marktprincipe. Vertrouwen speelt een veel grotere rol bij de keuze voor een tandarts of voor een bedrijf.

Ik doe de kap weer dicht. “Oudere medewerkers zouden wel wat minder mogen verdienen. Daarbij gaat het erom dat bij de oudere leeftijdsgroep de mogelijkheid wordt ingebouwd van een herwaardering van de ‘marktwaarde’. Dit kan leiden tot een lager salaris dan wel tot een andere functie binnen het bedrijf in een lagere loonschaal.”

Kap open. Ik durf de stelling aan dat 80 procent van de medewerkers rond hun 30ste is uitgeleerd. Dat tot aan het pensioen er weinig of geen probleemoplossend vermogen bijkomt en scholing en training alleen tot doel hebben om terugval te voorkomen. Dit fenomeen heeft te maken met talent, mentaliteit, werk/privé balans, gezondheid, situatie thuis, kansen krijgen en kansen nemen. Kortom een heel complex aan factoren. Zeker niet iets wat alleen ouderen overkomt.

En tenslotte, daar is ie weer, houden beide wetenschappers een warm pleidooi voor regelingen, waarbij een deel van loonkosten mee ademt met het reilen en zeilen van de onderneming. De motorkap is nu potdicht. “Bedrijven die dit toepassen zijn beter bestand tegen de steeds scherpere internationale concurrentie. Ook die trend moet meegenomen worden naar het polderoverleg.”

Asjeblieft mannen, niet doen, want zoals ik in mijn vorige blog al schreef, de gevolgen zijn erger dan de kwaal. Er bestaat namelijk geen enkel verband is tussen de hoogte van bonussen en de bedrijfsresultaten. Bovendien lopen werknemers zo grotere risico’s die zich vertalen in stress, met alle gevolgen van dien: een focus op de korte termijn, teloorgang van creativiteit en innovatie, gehoor- en volgzaamheid in plaats van initiatief en heel veel immoreel gedrag.

Nou ja, misschien zijn we het over de oplossingen niet eens. Maar dat het anders moet, daar kan ik mij dan weer wel in vinden.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.