Logo
  • Nieuws
  • 1 januari 2009
  • Salaris Pro

De artiestenregeling in de loonbelasting

Stel: uw bedrijf organiseert een groot personeelsfeest en nodigt hiervoor een (bekende) artiest uit. Leuk natuurlijk, maar heeft de personeelsvereniging wel nagedacht over de fiscale gevolgen? In veel gevallen zult u namelijk inhoudingsplichtig voor deze artiest zijn. En dat levert direct een aantal administratieve verplichtingen op.

Beeld De artiestenregeling in de loonbelasting

Wanneer is iemand een artiest? Ar­tiesten zijn personen die (al dan niet met een gezelschap) optreden voor publiek en daarbij een artistieke prestatie leveren. Denkt u aan zangers, leiders en leden van een band of orkest, goochelaars, clowns, acrobaten, poppenspelers, dj’s en vj’s. Maar ook de acteur die u inhuurt voor een rollenspel. Het is hierbij niet van belang of een artiest alleen optreedt of samen met een artiestengezelschap. Ook maakt het niet uit of een artiest beroeps­matig optreedt of als amateur. Regisseurs en geluids-, opname- en belichtingstech­nici vallen overigens niet onder het be­grip artiest.

 

Niet in dienstbetrekking

Een ingehuurde artiest kan als ‘gewone’ werknemer worden aangemerkt. Dit is het geval als de artiest vanuit een gezags­verhouding tot u de verplichting heeft om tegen betaling van loon gedurende zekere tijd persoonlijk arbeid te verrichten. U moet dan de normale regels van de loon­heffing toepassen. Maar omdat de meeste werkgevers slechts incidenteel een artiest inhuren (denk aan het personeelsfeest) laten we deze situatie buiten beschou­wing. Voor het incidenteel inhuren van een artiest geldt een speciale regeling: de artiestenregeling. Deze regeling houdt simpel gezegd in dat als het optreden van een artiest plaatsvindt op basis van een overeenkomst van korte duur, degene die de gage (bij artiesten spreekt men niet over ‘loon’, maar over ‘gage’) betaalt, de inhoudingsplichtige is. Wordt de gage door een andere persoon betaald, dan is die persoon inhoudingsplichtig.

 

Voorbeeld

U heeft voor het jaarlijkse personeels­feest een artiest ingehuurd en afgespro­ken dat u hem € 1.500 betaalt. De artiest heeft u een kostenvergoedingsbeschik­king overhandigd waaruit blijkt dat hij voor € 200 kosten maakt. Voordat het optreden begint, verstrekt u hem een maaltijd. Tijdens de pauze krijgt de ar­tiest ook nog eens wat biertjes en hapjes uitgereikt (waarde circa € 20).

 

Brutogage

U bent als opdrachtgever dus loonbelas­ting verschuldigd over de gage. Dit is alles dat u aan de artiest verstrekt: in geld of natura. Verstrekt u aan de artiest een individuele kostenvergoeding dan valt dit ook onder de gage waarover u loonbelas­ting moet afdragen. Maar let op: er gel­den een aantal uitzonderingen:

  • (vergoedingen voor) consumpties en maaltijden die tijdens of in aanslui­ting op het optreden worden verstrekt behoren niet tot de gage.
  • (vergoedingen voor) reis- en verblijf­kosten behoren evenmin tot de gage. Let op: de artiest moet de originele vervoersbewijzen aan u overhandigen. Vergoedingen voor eigen vervoer (de auto) behoren weer wél tot de gage.
  • de artiest is verzekerd voor de werkne­mersverzekeringen. De aanspraken op grond van de Ziektewet, de WW, de WAO/WIA behoren niet tot de gage
  • het vergoeden van kosten die met het optreden samenhangen en die zijn opgenomen in een kostenvergoedings­beschikking (zie hierna) behoren niet tot de gage.

 

Kostenvergoedingsbeschikking

Maakt een artiest veel kosten voor een optreden dan kan hij vooraf bij de Belas­tingdienst een verzoek doen om deze kos­ten bij beschikking vast te stellen. Op het aanvraagformulier kostenvergoedingsbe­schikking moet de artiest een begroting maken van zijn inkomsten en kosten. Voorbeelden van kosten die in zo’n be­schikking kunnen worden opgenomen zijn kosten van muziekinstrumenten en kosten van eigen vervoer. Op basis van deze begroting stelt de Belastingdienst bij beschikking het gedeelte van de gage vast dat u als kostenvergoeding mag aanmer­ken. Het bedrag van de kostenvergoe­dingsbeschikking komt in mindering op de brutogage. Bewaart u altijd een kopie van deze beschikking in uw administratie! De artiest kan overigens ook aan u vragen om voor hem een kostenvergoedingsbe­schikking aan te vragen. U moet dit doen binnen een maand na het optreden.

 

Kleine vergoedingsregeling

Is er geen kostenvergoedingsbeschikking dan kunt u op grond van de kleine ver­goedingsregeling toch een vast bedrag voor basiskosten van de brutogage aftrek­ken. Per optreden mag u € 136 per artiest als onbelaste vergoeding in aanmerking nemen. Een artiest hoeft dus geen kos­tenvergoedingsbeschikking aan te vragen voor bedragen van € 136 of minder. De artiest kan u overigens ook vragen om het bedrag van € 136 te verlagen of helemaal geen rekening te houden met de kleine vergoedingsregeling. De kleine vergoe­dingsregeling mag u in principe op een dag slechts één keer toepassen.

 

Werknemersverzekeringen

De brutogage minus de kostenvergoe­dingsbeschikking of de kleine vergoe­dingsregeling is de grondslag voor de premies werknemersverzekeringen en de loonbelasting. Zowel artiesten die in ech­te dienstbetrekking zijn, als artiesten voor wie u de artiestenregeling moet toepas­sen, zijn verzekerd voor de werknemers­verzekeringen. U berekent eerst de pre­ mies werknemersverzekeringen over de belastbare gage. De loonbelasting bere­kent u daarna over dezelfde grondslag, verminderd met het ingehouden werkne­mersdeel premie WW-Awf. Heeft u nog geen beschikking sectoraansluiting ont­vangen, dan mag u rekening houden met de gegevens van de sector waarbij u vol­gens u bent aangesloten. Doet u tijdens de duur van de overeenkomst meerdere betalingen aan de artiest dan moet u de premies werknemersverzekeringen bere­kenen volgens de methode van voort­schrijdend cumulatief rekenen (VCR). De loonbelasting is 33,65 procent (2007) van de belastbare gage van de artiest die in Nederland woont. Dit tarief geldt ook als de artiest 65 jaar of ouder is.

 

Tip

Voor de artiest waarvoor u de artiestenre­geling toepast, hoeft u geen inkomensaf­hankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet in te houden over de gage.

 

Anoniementarief

U bent verplicht om vóór het optreden de identiteit van de artiest vast te stellen. Dit doet u aan de hand van een geldig en origineel identiteitsbewijs (geen rijbe­wijs!). Een kopie van dit bewijs bewaart u in uw loonadministratie. Voor alle arties­ten geldt dat zij tijdens hun werk een identiteitsbewijs moeten kunnen tonen. In dit geval mag dat wél een rijbewijs zijn. Als u de identiteit van de artiest niet op de voorgeschreven wijze heeft vastge­steld en/of de gegevens niet op de juiste wijze heeft bewaard in de loonadmini­stratie dan moet u bij de inhouding van loonbelasting het anoniementarief van 52 procent toepassen. Voor de werkne­mersverzekeringen gelden dan de nor­male premiepercentages. U mag dan echter geen rekening houden met de franchise voor de premie WW-Awf en het maximumpremieloon. Past u het anonie­mentarief ten onrechte niet toe dan zijn de gevolgen niet te overzien! De inspec­teur kan bij ontdekking een gebruteerde naheffingsaanslag opleggen, die u door­gaans niet kunt verhalen.

 

Tip

Past u voor een artiest de artiestenrege­ling toe? Dan hoeft u geen eerstedagsmel­ding te doen.

 

Administratie/aangifte

Naast het vaststellen van de identiteit moet u de artiest ook een gageverklaring uitrei­ken. Deze kunt u bij de Belastingdienst opvragen. Op dit formulier moet de artiest zijn naam, adres, woonplaats en sofinum­mer aan u opgeven. Doet hij dit niet of vergeet hij te ondertekenen dan moet u het anoniementarief toepassen! Checkt u de gegevens van de verklaring en bewaart u de verklaring in uw administratie. De Be­lastingdienst kan hierom vragen. Let u erop dat deze verklaring ingevuld en on­dertekend in uw bezit moet zijn, vóórdat u de gage betaalt. De gegevens van de artiest moet u vastleggen in een loonstaat. U hoeft geen loonstaat bij te houden als de gage alleen bestaat uit onbelaste vergoedingen en verstrekkingen van consumpties, maal­tijden, reis- en verblijfkosten. U moet de aangifte voor de loonbelasting/premies werknemersverzekeringen doen binnen een maand na afloop van de maand waarin u de artiest de gage betaalde. Heeft u zelf de kostenvergoedingsbeschikking aange­vraagd dan krijgt u uitstel. U mag er dan vanuit gaan dat u de gage tot uiterlijk een maand na het optreden uitbetaalde. Tot slot moet u de artiest na afloop van het jaar een jaaropgaaf verstrekken.

 

Verklaring arbeidsrelatie

De artiestenregeling is niet van toepas­sing als de artiest beschikt over een door de inspecteur afgegeven Verklaring Ar­beidsrelatie – winst uit onderneming (VAR-wuo). Dat is ook het geval als de artiest beschikt over een verklaring dat hij zijn activiteiten verricht voor rekening en risico van zijn eigen bv (VAR- dga). Be­waart u altijd een kopie van een derge­lijke verklaring in uw administratie! Let op: krijgt u een VAR-resultaat uit overige werkzaamheden overhandigd dan is de artiestenregeling wel van toepassing en moet u dus loonheffing inhouden.

 

Let op

Sinds 1 januari 2007 bent u niet meer inhoudingsplichtig voor buitenlandse artiesten die in een land wonen waar Nederland een belastingverdrag mee heeft gesloten of die woonachtig zijn op de Nederlandse Antillen of Aruba. En ook niet meer voor buitenlandse gezelschappen waarvan 70 procent of meer van de leden in een land woont waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten of op de Nederlandse Antillen of Aruba woont.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.