Aanzienlijk deel 55+ ambtenaren ziet zich zonder passende maatregelen voortijdig uitvallen
Het merendeel van de oudere gemeenteambtenaren ziet zichzelf niet doorwerken tot hun 67ste. Bijna twee op de drie 55-plussers wil er eerder mee stoppen, deels omdat ze zich niet in staat achten hun huidige werk tot pensioengerechtigde leeftijd vol te houden.
Een kwart van deze 55-plussers geeft aan er voor hun 64ste mee te willen stoppen. Ruim een derde wil er daarna hooguit nog één, misschien twee jaar aan vastplakken. Langer doorwerken blijkt niet voor iedere 55-plusser even makkelijk. De helft van hen geeft aan fysiek en mentaal niet in staat te zijn om tot de pensioengerechtigde leeftijd door te werken.
Dat blijkt uit het onderzoek van Binnenlandse Zaken en Venster voor Medewerkers in opdracht van A&O fonds Gemeenten. De resultaten in het deelrapport oudere medewerkers zijn gebaseerd op de respons van 1.450 55-plussers bij gemeenten.
Deeltijders
Onder de voltijders uit de categorie 55-plussers blijkt de bereidheid om langer door te werken groter dan onder deeltijders: 42 versus 34 procent. Verder valt op dat hoger opgeleiden vaker door te kunnen werken dan praktisch opgeleiden. Daarnaast komen er ook verschillen naar voren naar type dienstverband. Medewerkers met een vast contract willen relatief vaker tot de AOW-leeftijd doorwerken dan medewerkers met een tijdelijk dienstverband.
Minder dagen
Zonder passende maatregelen dreigt in elk geval een deel van de oudere medewerkers voortijdig uit te vallen. Om dat te voorkomen, willen oudere medewerkers vooral minder uren of dagen per week werken. Daarnaast verlangt een deel ook naar meer uitdagend werk en meer ondersteuning. Om voortijdig vertrek te voorkomen, is het volgens de onderzoekers zaak dat gemeenten daarover tijdig met oudere medewerkers in gesprek gaan.
Lichter werk
Om na te gaan wat werkgevers kunnen doen, is gevraagd onder welke omstandigheden oudere medewerkers langer zouden willen doorwerken.
Lees verder via Binnenlands Bestuur