Zorgvuldigheid vereist bij omgaan auto’s voor algemeen gebruik
Ondernemers die hun bedrijfsauto’s voor algemene doeleinden binnen hun bedrijf gebruiken, moeten daar zorgvuldig mee omgaan. Als zij zich niet aan de regels houden kan een bijtelling van toepassing zijn als de inspecteur aannemelijk kan maken dat de auto’s ter beschikking zijn gesteld.
De bewijslast voor de terbeschikkingstelling ligt weliswaar bij de inspecteur, maar als hij
daartoe in staat is gaat de wetgever ervan uit dat de auto ook privé wordt gebruikt. Dat ligt anders als een privégebruik van niet meer dan 500 kliometer per jaar bewezen kan worden. Dan blijft bijtelling achterwege.
Hoge Raad
In de nu bij de Hoge Raad lopende procedure gaat het om een ondernemer (hoteleigenaar) met drie bedrijfsauto’s die door werknemers worden gebruikt voor de uitoefening van hun werkzaamheden (vervoer van hotelgasten van en naar de veerboot en tochten met gasten over het eiland). De hoteleigenaar benadrukt dat het niet de bedoeling is dat de auto’s ook worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals privé-gebruik van zijn werknemers. Dat blijkt ook uit de verklaringen van de werknemers. Er was geen sluitende rittenadministratie aanwezig.
Hoger beroep
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde in hoger beroep dat terbeschikkingstelling van een auto minimaal inhoudt dat de werknemer niet alleen de mogelijkheid heeft om de auto te besturen, maar ook kan bepalen voor welk doel hij de auto gebruikt. Het gaat er dus om dat een werknemer voor kortere of langere tijd de feitelijke macht over een auto uitoefent.
Cassatie
De staatssecretaris van Financiën heeft cassatie tegen dit oordeel aangetekend. De Advocaat-Generaal heeft recent zijn Conclusie gepubliceerd. Dit is een advies aan de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal is van mening dat er veel sneller sprake is van terbeschikkingstelling van een auto. Namelijk als de werkgever het mogelijk maakt dat de werknemer voor kortere of langere tijd bestuurder van de auto is. Dat kan volgens hem ook het geval zijn als het alleen om zakelijke ritten gaat.
Tip
Wat nu speelt is of een rittenregistratie wel vereist is. Die dient immers als tegenbewijs tegen de bijtelling. Dan moet wel eerst duidelijk zijn dat het om auto’s gaan die ‘ter beschikking’ staan in de zin van de bijtelling’. Maar zolang de Hoge Raad in deze zaak nog niet heeft geoordeeld, is het verstandig voor de zekerheid voor een goed onderbouwd tegenbewijs te zorgen, als het auto’s voor algemene doeleinden betreft. Het meest geaccepteerde bewijs is een zorgvuldig bijgehouden rittenadministratie.
