Fiscale handreiking dagelijkse pensioenpraktijk
De Belastingdienst biedt een welkome fiscale handreiking voor de dagelijkse pensioenpraktijk: het Vraag & Antwoord (V&A) van 27 augustus 2008, nr. 08-14. Hierin is het geldende beleid van de Belastingdienst opgenomen ten aanzien van het vraagstuk vervroegd met pensioen gaan en doorwerken. Overigens is het, gelet op de ingewikkelde materie, zonder meer aan te bevelen deskundigheid te raadplegen.
Als een werknemer met pensioen gaat op de reguliere ingangsdatum van de (pre)pensioenregeling gaat het niet om een subjectief besluit van de werknemer zelf, maar om de uitvoering van een algemene regeling. Die regeling is opgesteld met behulp van in een (ver) verleden gemaakte objectieve veronderstellingen omtrent onder meer gewenste pensioendatum, arbeidskracht, leeftijd en inkomen. Het is in overeenstemming met het objectieve karakter van zo’n regeling dat deze niet fiscaal onzuiver wordt als werknemers na de in die regeling voorziene pensioendatum onverkort inkomen blijven genieten uit hun economische activiteiten of nieuwe betaalde economische activiteiten opstarten.
Verklaring
Om de gevolgen van het bovenstaande voor de uitvoering van de (pre)pensioenregeling door pensioenverzekeraars te beperken kan een verzekeraar er mee volstaan om op de datum van vervroegde pensionering van de werknemer een verklaring te vragen. Hierin verklaart de werknemer dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet voornemens is die arbeid weer te hervatten. Mocht de werknemer na de vervroegde pensionering na verloop van tijd besluiten toch weer betaalde economische activiteiten te gaan verrichten of deze uit te breiden dan heeft dat in het algemeen geen gevolgen voor de zuiverheid van het (pre)pensioen. Dit is alleen anders als de inspecteur op grond van feiten en omstandigheden aannemelijk kan maken dat de intentie tot het (weer) starten of uitbreiden van economische activiteiten al bestond op het moment van de vervroegde pensionering.
Doorwerkbonus
De doorwerkbonus moet helpen om langer doorwerken financieel aantrekkelijk te maken. De hoogte van de doorwerkbonus is afhankelijk van de leeftijd en het inkomen uit arbeid. Het stimuleringseffect van de doorwerkbonus is echter aanmerkelijk groter voor 65-minners dan voor 65-plussers.
Tip
De FVP-bijdrageregeling wordt met één jaar verlengd tot 1 januari 2011. Daardoor kunnen ook de werknemers van 40 jaar en ouder die in 2010 WW-gerechtigd worden onder voorwaarden aanspraak op een FVP-bijdrage maken. De Stichting FVP zorgt ervoor (indien de werknemer aan de voorwaarden voldoet) dat de pensioenopbouw tijdens de WW-periode wordt voortgezet.
