Dat het gebrek aan zonlicht in de herfst en de winter het energieniveau en welzijn van de (werkende) mens negatief kan beïnvloeden, hebben diverse wetenschappelijke onderzoeken inmiddels aangetoond. Expert op het gebied van licht en vitaliteit, Toine Schoutens, geeft organisaties wat tips hoe de donkere dagen goed aan te vliegen en een winterdip te voorkomen.

Toine Schoutens verzorgt veel presentaties over het onderwerp, en wijst dan altijd op de biologische oorsprong van het probleem.

“Wij zijn in feite dagdieren. Overdag zijn we actief en leveren de beste prestaties. ’s Nachts slapen en herstellen we. Dat ritme staat in deze periode zeer onder druk.”

De uitkomsten zijn duidelijk: verbetering van prestaties bij veel licht

Want de dagen zijn korter en het zonlicht beperkter. Ook binnen kantoorgebouwen is het donkerder, zegt Schoutens. “Daar is het soms tweehonderd keer donkerder dan buiten, en dat is gemeten met een lichtmeter.” Hij noemt het een onnatuurlijke situatie voor de mens. “We zijn helemaal aangepast aan het leven buiten en werken pas een paar honderd jaar binnen, vanaf de Industriële Revolutie.”

Idealiter zou je moeten opstaan als het licht wordt en slapen wanneer de zon onder is. Dat ritme zit er niet meer in in onze moderne maatschappij. De afgelopen jaren heeft de energiecrisis ook niet geholpen, merkt hij op. Het licht in gebouwen ging fors omlaag om de kosten te drukken. ,,Mensen werken daardoor soms bijna in een grot, maar wij zijn buitendieren en geen holbewoners.”

Hormonen in de war

Het verschil in de hoeveelheid licht heeft invloed op de aanmaak van het gelukshormoon serotonine en het nachthormoon melatonine. Overdag als de zon schijnt, maken mensen veel serotonine aan, waar zij overwegend vrolijk, energiek en alert van worden. De serotonine wordt s avonds in meer of mindere mate omgezet in melatonine. Omdat we in de winter minder daglicht zien, wordt de productie van serotonine en melatonine verstoord, en ligt een winterdip op de loer.

Blauw licht

De preventie van een winterdip is om zoveel mogelijk buiten het licht op te zoeken. Minimaal twee uur per dag is de algemene aanbeveling, aldus Schoutens. Dat is uiteraard niet altijd mogelijk voor werknemers. Maar er zijn ‘legio mogelijkheden’ om toch aan voldoende licht te komen, weet hij. De eenvoudigst te realiseren tips zijn het bureau bij het raam te zetten en de struiken voor de ramen te snoeien. Om maar zoveel mogelijk daglicht op te vangen.
Om de verlichting binnen te optimaliseren zijn daglichtlampen ‘te zwak’ voor een goed effect. ‘Human Centric Lighting’ is nodig. “Veel organisaties passen dat toe, waaronder ziekenhuizen, met goede resultaten. Op bepaalde momenten van de dag geeft dat meer en blauwer licht. Die kleur onderdrukt het nachthormoon melatonine, met name aan het begin en einde van de werkdag.”

Laagdrempeliger

Hij adviseert om deze verlichting, een systeem met speciale armaturen, alleen aan te brengen op plekken waar mensen langere tijd verblijven, dus niet in gangen en hallen. “Dan hoef je ook geen Europese aanbesteding te doen en gaat het voor grotere organisaties om een investering van enkele tienduizenden euro’s. Het is laagdrempeliger, bijna plug and play, geworden. De kleurtemperatuur van de armaturen programmeer je in een app.”
Ook led-lichtbrillen – met verschillende kleuren glazen ‒  kunnen volgens hem een uitkomst bieden, een investering van zo’n 200 euro per bril. “Je hoeft ze maar een half uur per dag op te zetten. De politie gebruikt ze bijvoorbeeld in het tweede deel van de nachtdienst, wanneer agenten terugkeren op het bureau en de man met de hamer tegenkomen.”

Je weet dat duurzame inzetbaarheid belangrijk is, maar hoe maak je het concreet? In deze training ontwikkel je een helder en haalbaar inzetbaarheidsbeleid. Met praktische handvatten, feedback en begeleiding ontwikkel je een aanpak die past bij jouw organisatie. Je leert je hoe je draagvlak kunt creëren en het beleid succesvol kunt implementeren.

Wetenschappelijke onderzoeken

Schoutens draagt verschillende onderzoeken aan die het effect van licht op vitaliteit aantonen. Zoals een Amerikaanse studie uit 2021 van onderzoekers verbonden aan de Harvard Medical School, die direct cognitieve uitkomsten heeft gemeten. “Het is een gerandomiseerde studie, gericht op een real-life situatie, met daglichtintensiteit en jonge, gezonde volwassenen. De uitkomsten zijn duidelijk: verbetering van prestaties bij veel licht.”

Een ander Amerikaans onderzoek, uit 2020 van de University of Illinois en Harvard University, concludeert dat blootstelling aan daglicht of licht met hoge intensiteit overdag onder meer alertheid, aandacht, vitaliteit en energiegevoel kan bevorderen. “In kantoren met geoptimaliseerde daglichttoetreding bijvoorbeeld hadden mensen een 42 procent hogere cognitieve score na één dag en cumulatief hogere scores over een week.”

Groeiende bewustwording

Naast optimale verlichting vindt hij dat werkgevers ‘powernaps’ op het werk moeten faciliteren, zeker in deze donkere dagen wanneer het energieniveau lager is. “Van maximaal twintig minuten, daarna heb je weer energie. Je moet niet langer blijven liggen, dan krijg je een kater en werkt het averechts.”

Toine Schoutens begon zich 35 jaar geleden in het onderwerp ‘licht en vitaliteit’ te verdiepen toen hij als verpleegkundige nachtdiensten – “een heel ongezonde situatie” ‒ draaide. Inmiddels adviseert hij al jarenlang organisaties en ziet ‘de bewustwording langzaam maar zeker groeien’. “Waar kritische taken zijn, zoals in medische centra, controlekamers en politiebureaus, worden de nieuwe lichttechnieken bijvoorbeeld steeds vaker toegepast.”

Tips tegen winterdip

  • Twee uur per dag buiten zijn in het daglicht;
  • Bureau bij het raam zetten;
  • Uitzicht vrijmaken, bijvoorbeeld struiken snoeien;
  • Op kantoorplekken waar lange tijd wordt gewerkt speciale verlichting aanbrengen;
  • Lichtbrillen voor medewerkers die behoefte hebben aan extra energie, bijvoorbeeld tijdens de nachtdienst;
  • Een powernap van 20 minuten, niet meer;
  • In de donkere uren geen koolhydraten eten, die zetten zich dan niet om in energie maar in vet.

Onderzoeken: