Deze maatregel geldt met terugwerkende kracht vanaf 2020.
Tot nu toe moest een werknemer 7 procent fiscale bijtelling betalen voor het privégebruik van een fiets van de zaak, zodra de fiets voor meer dan 10 procent privé werd gebruikt. Dat privégebruik wordt al aangenomen wanneer een werknemer de fiets mee naar huis neemt: ook als de fiets daar op slot staat, ziet de Belastingdienst dit als privégebruik.
Achter deze regel zit de gedachte dat een werknemer die de fiets thuis heeft, deze ook buiten werktijd zou kunnen gebruiken voor privéritten. Alleen wanneer het privégebruik onder de 10 procent blijft, geldt een vrijstelling.
Digitaal ‘inleveren’
De Belastingdienst maakt nu een uitzondering mogelijk. De bijtelling kan namelijk naar nul worden gebracht, zelfs wanneer de fiets bij de werknemer thuis staat. Voorwaarde is dat aantoonbaar is dat de werknemer buiten werktijd niet over de fiets kan beschikken, hoewel deze fysiek bij degene voor de deur staat.
Dat wordt mogelijk doordat werknemers de fiets buiten werktijd digitaal kunnen ‘inleveren’ bij de werkgever, bijvoorbeeld via een app. Op dat moment staat de fiets niet exclusief ter beschikking van de werknemer. Daarmee kan de bijtelling van 7 procent vervallen, ook als de fiets mee naar huis wordt genomen.
Overigens worden veel fietsen van de zaak uitsluitend zakelijk gebruikt. Denk aan fietsen die alleen worden ingezet voor de rit tussen station en werkplek, zoals een ov-fiets of een hubfiets. Voor deze categorie gold al een bijtelling van nihil.
Gerelateerd
Wat doe je als een medewerker niet goed functioneert en welke vormen van verlof zijn er? Wil je je kennis up-to-date houden? Volg deze training en leer in twee ochtenden alle ins en outs over arbeidsrecht in de dagelijkse HR-praktijk.
