Een chauffeur rijdt zijn vuilniswagen vast onder een spoorbrug en blijkt cannabis te hebben gebruikt. Wanneer hij de uitslag van de bloedtest pas maanden later deelt met zijn werkgever, vraagt deze de rechter om ontslag. De vraag: is hier sprake van ernstig verwijtbaar handelen?

Werknemer is werkzaam als chauffeur van een vuilniswagen en bijna anderhalf jaar in dienst als hij op 21 augustus 2024 een vuilniswagen onder een spoorbrug klemrijdt, waardoor het treinverkeer voor enige tijd stil komt te liggen. De politie heeft ter plaatse een speekseltest bij de werknemer afgenomen. Hieruit blijkt dat werknemer cannabis heeft gebruikt.

Vervolgens is door de politie ook een bloedtest afgenomen. Op 23 augustus 2024 heeft een gesprek tussen werkgever en werknemer plaatsgevonden over het incident. Ruim een week later ontvangt werknemer een brief van de politie met de uitslag van de bloedtest.

Uit de uitslag van deze test blijkt dat er wel degelijk cannabis in zijn bloed zat, maar in een hoeveelheid die onder het strafrechtelijke limiet bleef. Werknemer geeft de uitslag van de bloedtest, ondanks diverse verzoeken van de werkgever, pas zeven maanden later aan werkgever.

Werkgever verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zonder toekenning van een transitievergoeding.

Wat oordeelt de rechter?

De kantonrechter oordeelt dat het incident en het voorafgaande drugsgebruik het vertrouwen van werkgever ernstig hebben geschaad. Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld, met name door de uitslag zonder goede reden pas na zeven maanden met werkgever te delen.

Werknemer heeft geen recht op transitievergoeding en herplaatsing is niet aan de orde. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en werknemer wordt veroordeeld voor het betalen van de proceskosten.

Wenk: het delen van de uitslag van de bloedtest was een redelijk verzoek, gezien de bekendheid met het cannabisgebruik. Toch kan nog wel de vraag gesteld worden of hier wel sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Als dit niet het geval is zou werknemer namelijk wel recht hebben op een transitievergoeding.

Vindplaats: Rechtbank Amsterdam 27-05-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3496