Ontslag bij communicatieproblemen en ADHD – lastig tenzij de werknemer uit onwil handelt. Arbeidsrechtadvocaat Petra Willems licht dit toe aan de hand van een recente uitspraak.

Regelmatig komt er in onze praktijk een kwestie voorbij die het predicaat ‘bijzonder’ verdient. Communicatieproblemen verdienen dat predicaat doorgaans niet: veel arbeidszaken houden hiermee in meer of mindere mate verband. Interessant wordt het als de communicatieproblemen de reden vormen voor een ontbindingsverzoek èn de betreffende medewerker blijkt gediagnosticeerd met ASS en ADHD.

Ik licht aan de hand van een recente zaak toe waarom dat bijzonder is.

In de betreffende zaak was werkneemster sinds 1 april 2020 werkzaam als adviseur bij de afdeling onderzoek bij het Kadaster. Werkneemster was gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis (ASS) en met ADHD. Op 14 augustus 2023 heeft werkneemster zich ziekgemeld, in eerste instantie vanwege een gescheurde knieband.

Bij het bezoek van de bedrijfsarts heeft werkneemster ook verteld over problemen met haar leidinggevende. Om die reden heeft de bedrijfsarts geadviseerd om in overleg op zoek te gaan naar een oplossing voor de werkgerelateerde factoren zodat deze de re-integratie van werkneemster niet in de weg zullen staan. In februari 2024 is werkneemster gestart met re-integratie op een andere afdeling, ODR.

Medio mei 2024 heeft de leidinggevende van de afdeling ODR aangegeven dat de re-integratie van werkneemster niet langer kan worden verlengd, omdat werkneemster niet beschikt over de juiste competenties. De leidinggevende verwijst hiervoor naar haar werktempo en productiviteit. Vanaf juli 2024 heeft mediation plaatsgevonden.

Omdat detachering bij een andere afdeling tot een einde was gekomen en de verstoorde arbeidsverhouding tussen werkneemster en haar leidinggevende van de afdeling onderzoek DGV nog bestond, is werkneemster vanaf augustus 2024 vrijgesteld van werk. In januari 2025 heeft het Kadaster werkneemster vervolgens medegedeeld dat een terugkeer in de organisatie niet langer mogelijk is. Vervolgens heeft het Kadaster om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Werkneemster heeft een beroep gedaan op het opzegverbod. Ook beroept zij zich op artikel 4 van de WGBH/CZ.

De kantonrechter kan het verzoek tot ontbinding daarom slechts toewijzen indien het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu werkneemster op het moment van het indienen van het ontbindingsverzoek arbeidsongeschikt is, is sprake van een opzegverbod. De kantonrechter kan het verzoek tot ontbinding daarom slechts toewijzen indien het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft. In dat kader stelt de kantonrechter vast dat het Kadaster ter onderbouwing van haar stelling dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding heeft verwezen naar:

  • de samenwerking tussen werkneemster en haar leidinggevende en collega’s binnen het team onderzoek DGV,
  • het ontstaan van een kloof door de manier waarop werkneemster zich heeft uitgesproken,
  • de door het Kadaster ondernomen pogingen om met werkneemster in overleg te raken en de blokkering van werkneemster van deze pogingen door te besluiten niet meer met collega’s binnen het Kadaster te willen communiceren,
  • de manier van communiceren van werkneemster en
  • het gegeven dat herplaatsing bij een andere afdeling niet meer mogelijk is.

Gebrekkige onderbouwing

Het Kadaster heeft volgens de kantonrechter echter nagelaten concreet te onderbouwen dat het niet accepteren van leiding en sturing voortkomt uit onwil van werkneemster en niet (mede) veroorzaakt wordt door de ASS en of ADHD. Dat brengt mee dat de aan het ontbindingsverzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden zich niet laten abstraheren van de omstandigheden waarop het opzegverbod tijdens ziekte betrekking heeft. De conclusie is dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden ontbonden. Partijen wordt in overweging gegeven de bedrijfsarts opnieuw te verzoeken om tot advisering over te gaan en opnieuw een mediationtraject op te starten.

Wees dus alert op communicatieproblemen met medewerkers van wie bekend is dat zij gediagnosticeerd zijn met AAS dan wel ADHD/ADD: dit kan leiden tot een opzegverbod. Door te stellen dat de communicatieproblemen niet (mede) voortkomen uit AAS dan wel ADHD/ADD maar uit onwil, kan dit verbod worden omzeild.