Sinds 1 juli 2015 is in de wet opgenomen dat de werknemer onder omstandigheden recht heeft op een transitievergoeding na einde van het dienstverband. Deze invoering van de transitievergoeding brengt kosten voor de werkgever met zich. De regering heeft werkgevers echter tegemoet willen komen, en heeft daartoe een besluit genomen waarin wordt geregeld onder welke voorwaarden kosten in mindering van de transitievergoeding kunnen worden gebracht.
Het recht om te staken en de mogelijkheden om een staking te verbieden, zijn vastgelegd in het Europees Sociaal Handvest (ESH). In Nederland is daarnaast in de rechtspraak de zogenaamde spelregeltoets ontstaan. Dit houdt in dat een staking volgens de rechter als uiterst middel (‘ultimum remedium’) moet worden ingezet en tevens tijdig moet worden aangezegd. Het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) heeft de afgelopen jaren meerdere keren geschreven dat de Nederlandse spelregeltoets niet in lijn is met het ESH. In artikel G ESH (herzien) staat namelijk op welke gronden een staking beperkt kan worden en de spelregeltoets staat hier niet bij.
De eerste beschikking van een kantonrechter in een ontbindingsprocedure onder de WWZ is gepubliceerd! Brengt het veel nieuws? Dat valt mee. De werkgever had namelijk een ‘goed dossier’: de werknemer was (aantoonbaar) jarenlang aangesproken op zijn disfunctioneren. De werknemer had tevens een verbetertraject doorlopen en door de werkgever was aan de werknemer een andere functie aangeboden. Wel valt een aantal zaken op in de beschikking.
Velen hebben last gehad van de blokkades van de pakketdepots van PostNL. De blokkades zijn uitgevoerd door een groep zelfstandige pakketbezorgers die geen werknemers van PostNL zijn. Al langere tijd bestond er onvrede bij de groep zelfstandigen over de wijze waarop zij hun werk moesten verrichten en de beloning die zij daarvoor ontvingen.
Flexibele arbeidsvoorwaarden, of het aanbieden van keuzepakketten is geen ingewikkelde materie die heel veel geld kost. Het vraagt om daadkracht en luisteren naar je medewerkers. Werkgevers die verder kijken dan morgen en inzien dat tevreden en betrokken medewerkers productiever zijn, zullen komende jaren overgaan tot de invoering van flexibele arbeidsvoorwaarden, in de vorm van een minimum cao, of individueel keuzebudget.
Begin deze maand is het tweede deel van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in werking getreden. Het doel is om het ontslag sneller, goedkoper en eerlijker te maken, maar de wet zorgt juist voor grote financiële ongelijkheid op de arbeidsmarkt.
Doorstarten van een gefailleerde onderneming wordt bemoeilijkt door de Wet werk en zekerheid die per 1 juli 2015 het ontslagrecht wijzigt. Extra kosten kunnen ertoe leiden dat een doorstart niet interessant is en werkgelegenheid aldus verloren gaat.
De Wetgeving rond arbeid in Nederland wordt almaar complexer en het valt werkgevers, werknemers en zelfstandigen niet mee om aan al die regeltjes te voldoen. Toch zit er een lijn in het gedrag van de overheid en hieronder zal ik een poging wagen om dit toe te lichten:
Het arbeidsrecht in Nederland verandert in 2015 fundamenteel door het in werking treden van de Wet werk en zekerheid (WWZ). Per 1 juli 2015 wijzigt onder andere de Ragetlie-regeling. Deze bepaalt dat wanneer een overeenkomst voor onbepaalde tijd binnen drie maanden wordt opgevolgd door een tijdelijke aanstelling, de overeenkomst voor onbepaalde tijd onverminderd wordt doorgezet.
Zowel de werkgever als de werknemer kunnen de arbeidsovereenkomst direct opzeggen bij een dringende reden: het zogenaamde ontslag op staande voet. Per 1 juli 2015 worden er enkele wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ).
In deze live online masterclass van een halve dag leer je hoe je een dossier opbouwt en een specifiek verbeterplan opstelt bij disfunctioneren van een medewerker. Inclusief wettelijk kader ontslagbeoordeling