Vijf opvallende aspecten van de staking bij KLM en Schiphol
In de zomer van 2016 beheersten de stakingen bij KLM en Schiphol enige tijd het nieuws. Werd de staking nu verboden of niet – en hoe ver zouden de vakbonden mogen gaan met het verstoren van de drukste periode van het jaar? De zaak was om verschillende redenen interessant. Hieronder volgen vijf opvallende onderdelen van de staking bij KLM en Schiphol.
Alleen FNV-leden zouden staken
Bij KLM werken leden van diverse vakbonden; FNV, CNV, De Unie, NVLT en VHKLP. FNV is met verreweg de meeste leden vertegenwoordigd; zij heeft in haar eentje meer werknemers van KLM als lid dan de andere betrokken bonden samen. Met alle betrokken vakbonden was KLM in onderhandeling over een nieuwe cao voor het grondpersoneel, welke onderhandelingen vanaf april 2016 liepen. Hoewel alle vakbonden de voorstellen van KLM afwezen (en zelfs protestacties hebben georganiseerd), vond kennelijk enkel FNV de situatie zodanig dat zij een staking organiseerde. Gelet echter op de grootte van de groep FNV-leden, zou een staking van alleen deze werknemers al tot grote problemen voor KLM (en Schiphol) zorgen.
Oordeel rechtbank: terreurdreiging
In eerste aanleg oordeelt de rechter in kort geding dat een werknemersorganisatie in beginsel vrij is in de keuze van middelen om haar doel te bereiken. De rechter verwijst daarbij ook uitdrukkelijk naar het karakter van het collectieve actierecht als sociaal grondrecht. Hoewel het stakingsrecht voor zowel werkgevers als werknemers diverse rechten en verplichtingen meebrengt, staat voorop dat het stakingsrecht niet eenvoudig kan worden beperkt.
Toch meent de rechter in eerste aanleg dat er redenen zijn om in dit geval het collectieve actierecht te beperken. De rechter baseert dit onder meer op de (in de rechtspraak vaker aan de orde zijnde) omstandigheid dat ook werkwilligen hun werk niet of nauwelijks kunnen doen en dat grote schade zal ontstaan (onder meer voor passagiers), maar opvallend is dat de rechter hieraan toevoegt dat hij “met name gezien de huidige terreurdreiging, in verband waarmee op Schiphol thans extra veiligheidsmaatregelen gelden” tot het oordeel komt dat de staking wordt verboden. Niet alleen onderbouwt de rechter niet nader waarom deze terreurdreiging zo relevant is, maar de rechter gaat ook zonder nadere motivering voorbij aan het aanbod dat FNV had gedaan om – juist vanwege de veiligheid – maatregelen te treffen om een vollere vertrekhal te voorkomen.
Oordeel gerechtshof: maatschappelijke noodzaak
In hoger beroep komt opnieuw de vraag aan de orde of de staking mocht worden verboden – en zo ja, op welke grond. Opvallend is dat het woord ‘terreurdreiging’ in het arrest van het hof überhaupt niet meer voorkomt; kennelijk wordt in hoger beroep een andere koers gevaren.
Het hof overweegt, net als de rechtbank in eerste aanleg, dat een staking niet eenvoudig kan worden verboden en dat hiervoor alleen aanleiding bestaat als dat “maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk” is. KLM en Schiphol voerden aan dat het vanwege de uitzonderlijke drukte op de luchthaven tijdens de zomerperiode, en de duizenden passagiers die door de staking zouden worden ‘geraakt’, maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk was de staking te verbieden. Kennelijk heeft FNV onvoldoende kunnen aanvoeren om dit te bestrijden. Ook het aanbod van FNV om maatregelen te treffen om een vollere vertrekhal te voorkomen – dat nu wel werd geadresseerd – kwam in hoger beroep blijkbaar niet goed uit de verf. Het grote aantal vluchten en passagiers dat door de staking geraakt zou worden, was voor het hof reden om de staking te verbieden.
Algeheel stakingsverbod gedurende zomerperiode
KLM en Schiphol vorderden in eerste aanleg primair een algeheel stakingsverbod “in verband met het tussen partijen bestaande cao-conflict”, en subsidiair een stakingsverbod gedurende vier weekenden tijdens de zomerdrukte. KLM en Schiphol lijken aldus van mening dat als een algeheel stakingsverbod niet wordt toegestaan, dat dan het voorkomen van een staking tijdens zomerweekenden in beginsel voldoende is om de ergste schade te voorkomen. Opvallend is echter dat de rechter in eerste aanleg de primaire vordering niet toewijst, maar deze zelf aanpast: hij maakt er een stakingsverbod voor de hele maand augustus (tot 4 september 2016) van.
In hoger beroep vragen KLM en Schiphol geen aanpassing van deze periode – wat het gerechtshof kennelijk zeer waardeert, want deze houding wordt uitdrukkelijk betrokken in de afweging van het hof voordat het tot een handhaving van het stakingsverbod komt.
Alsnog akkoord
Of het nu komt door de stakingsdreiging van FNV of niet; op 6 september 2016 (twee dagen na het einde van de periode waarin het stakingsverbod gold) werd bekend dat FNV en KLM alsnog een akkoord hadden bereikt over een nieuwe cao voor het grondpersoneel. Linksom of rechtsom hebben partijen dan ook toch hun doel bereikt.