Logo
  • Blog
  • 17 januari 2022

De loonsanctie nader bekeken

Het is van belang uiterlijk na 52 weken met spoor 2 dus re-integratie bij een andere werkgever aan de slag te gaan, ook al loopt er nog een spoor 1-traject. Dit is alleen anders op het moment dat er rondom het eerste jaar concreet uitzicht op succes in spoor 1 is.

Re-integratieactiviteiten in spoor 2 kunnen na de eerstejaarsevaluatie alleen achterwege blijven als er binnen 3 maanden een concreet perspectief is op structurele werkhervatting binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden.[1] Een tweede-spoortraject moet uiterlijk binnen 6 weken na de eerstejaarsevaluatie (in de 52e verzuimweek) worden gestart. Uitgangspunt moet dus zijn dat spoor 2 uiterlijk na een jaar wordt ingezet, zo nodig naast spoor 1.

Tijdigheid loonsanctie

Wordt de loonsanctie te laat, dus na afloop van de wachttijd opgelegd, dan loont het in bezwaar te gaan. De loonsanctie moet dan namelijk worden ingetrokken (artikel 25 lid 11 WIA). Onder verwijzing naar art. 3:41 Awb bepaalt de CRvB dat een loonsanctie nog tijdig is opgelegd als deze op de laatste dag van de wachttijd is verzonden.[2]

Ook re-integratie bij latere toekenning uitkering

Het is vaste rechtspraak[3] dat het toekennen van een WIA‑uitkering of zelfs een IVA-uitkering[4] niet tot de conclusie kan leiden dat een werkgever een deugdelijke grond had om geen re‑integratie inspanningen in het tweede spoor te starten.

Motivering UWV

De motivering van UWV dient bij het besluit tot oplegging van de loonsanctie zodanig concreet te zijn, dat het de werkgever op basis daarvan voldoende duidelijk kan zijn waaruit zijn tekortkoming ten aanzien van de re‑integratie‑inspanningen bestaat, zodat hij zich kan richten op het herstellen van dat gebrek.[5] Bovendien volgt uit het belastende karakter van het besluit tot oplegging van een loonsanctie dat UWV bij dat besluit duidelijk dient te motiveren welke tekortkoming aan de werkgever wordt verweten en gemotiveerd uiteen dient te zetten dat dit zonder deugdelijke grond is gebeurd.[6]

[1]       Werkwijzer Poortwachter juni 2021, paragraaf 4.3.1.
[2]       CRvB 12 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3943.
[3]       CRvB 16 maart 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:940.
[4]       CRvB 4 maart 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:462, CRvB 20 maart 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4864 en CRvB 29 september 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BN8780.
[5]       CRvB 18 november 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BK3717 en CRvB 7 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:698.
[6]       CRvB 11 maart 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:861.

 

 

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.