‘35-minners’ vaker aan het werk
Mensen met een ‘kleine handicap’, minder dan 35 procent afgekeurd, zijn ten opzichte van een jaar eerder vaker aan het werk. Werkte in 2006 46 procent van deze ’35-minners’ na de beoordeling weer, in 2007 is dat gestegen naar 62 procent.
Dit blijkt uit een onderzoek dat de Stichting van de Arbeid (Star) heeft gepubliceerd. In de Star zijn werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd.
Zoals eerder bericht is de FNV met een tegengestelde conclusie gekomen. De WIA is te rigide en theoretisch en moet volgens hen ‘op de schop’. Ook het CNV vindt dat er meer moet worden gedaan om gedeeltelijk arbeidsongeschikten aan het werk te houden. Uit de gegevens van de Star blijkt volgens de vakcentrale toch vooral dat mensen met een handicap een serieuze achterstand hebben op de arbeidsmarkt. Werkgeversorganisatie VNO-NCW daarentegen is optimistisch gestemd. Het toont aan dat de doelstelling van de WIA - alle 35-minners aan het werk houden - binnen handbereik ligt.
35-minner geen uitkering
Als een werknemer minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, is er geen uitkering op grond van de WIA mogelijk. Samen met de werkgever moet naar een aanpassing van het arbeidscontract worden gezocht. Lukt dit niet, dan moet de werknemer een WW-uitkering aanvragen. In vergelijking met de WAO kent de WIA geen uitkering toe aan werknemers die tussen de 15 procent en 35 procent van hun inkomen door ziekte zijn verloren.