Logo
  • Blog
  • 7 augustus 2019

Platformarbeid: dienstbetrekking of zelfstandige arbeid?

Een veel gehoorde term binnen het arbeidsrecht de laatste tijd is ‘platformarbeid’. Maar wat wordt nu precies verstaan onder platformarbeid? En hoe moet deze vorm van arbeid worden gekwalificeerd? Gaat het om zelfstandigen? Of zijn het werknemers? En wie is dan de werkgever? Hoe gaan andere landen in Europa om met platformwerk? En ten slotte: wat zijn de te verwachten gevolgen van deze vorm arbeid voor de toekomst?

Eén van de meest bekende en besproken platformen is die van Deliveroo. Restaurants kunnen zich aansluiten bij Deliveroo. Je bestelt online een maaltijd bij een van de aangesloten restaurants via de website van Deliveroo. Vervolgens kunnen de bezorgers van Deliveroo de maaltijden van de aangesloten restaurants thuis komen bezorgen. Het bezorgen van de maaltijden gaat dus via de website van Deliveroo.

Er zijn drie partijen in beeld. Bij Deliveroo zijn de bezorgers degenen die de arbeid verrichten. Deliveroo faciliteert de website en de app op basis waarvan de restaurants zich kunnen aanmelden, de bezorgers zich kunnen aanmelden om maaltijden te bezorgen en de klant de maaltijden kan bestellen.

Rechtspraak

Gelet op de rechtspraak rondom Deliveroo zijn de rechters er ook nog niet over uit of sprake is van arbeid in dienstbetrekking (en dus werknemers) of van zelfstandige arbeid. In twee uitspraken rondom Deliveroo is de ene keer geoordeeld dat sprake is van zelfstandige arbeid en de andere keer dat sprake is van arbeid in dienstbetrekking. Het is nog niet bekend wat de hogere rechters in deze kwestie zullen oordelen.

Europa over platformwerk

Het is onduidelijk wat de positie van platformarbeid in Europa precies is. Ook andere landen in Europa hebben problemen met het kwalificeren van platformarbeid. De rechter in het Verenigd Koninkrijk heeft in 2017 geoordeeld dat de taxichauffeurs van Uber moeten worden aangemerkt als ‘worker’. In het Verenigd Koninkrijk bestaat een tussencategorie tussen een werknemer en een zelfstandige. Een worker heeft bepaalde bescherming (zoals het recht op minimumloon en bescherming op het gebied van veiligheid en werktijden) maar wordt binnen het sociale zekerheidsrecht niet als werknemer beschouwd. Nederland kent vooralsnog geen tussencategorie tussen een werknemer en een zelfstandige. Al zijn er geluiden die dit als oplossing voor de problemen rondom platformarbeid in Nederland zien.

Rechtbanken in Ierland, Duitsland en Frankrijk hebben geoordeeld dat de bezorgers van Deliveroo als zelfstandige moeten worden aangemerkt.

Eind 2018 heeft het Gerechtshof in het Verenigd Koninkrijk geoordeeld dat de taxichauffeurs van Uber wél als werknemers moeten worden aangemerkt.

De uitspraak van het Gerechtshof in het Verenigd Koninkrijk is in lijn met de uitspraak van het Europees Hof van Justitie van eind 2017. Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat Uber geen softwarebedrijf of bemiddelaar is maar een taxibedrijf. Dit betekent dat zij zich in ieder EU-land aan de regelgeving rondom personenvervoer moeten houden. Zo moeten de taxichauffeurs van Uber in Nederland een blauw nummerbord en een taxivergunning hebben.

Wat betekent platformwerk voor de toekomst?

De rechter heeft in de Deliveroo uitspraak van 23 juli 2018 opgemerkt dat als het als onwenselijk wordt gezien dat werkplatforms dergelijke overeenkomsten aanbieden, de wetgever hiertegen maatregelen dient te treffen. Ook uit andere hoeken komen vragen over regulering. Zo heeft de Europese Commissie lidstaten verzocht de nationale wetgeving in het kader van arbeidsverhoudingen na te gaan om te bezien of deze wetgeving voldoende is gelet op de huidige markt, de behoeften van werkenden en de digitale wereld met diens mogelijkheden.

Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) en Wet DBA

Het is echter, ondanks de rechtsbescherming die werknemers in tegenstelling tot zelfstandigen genieten, de vraag of de bezorgers van Deliveroo en de taxichauffeurs van Uber zitten te wachten op de kwalificatie van werknemer, als dit betekent dat zij hun vrijheid in hun werk verliezen. Wel zijn de werkenden gebaat bij duidelijkheid over hun positie. De Wet Arbeidsmarkt in balans en de Wet DBA gaan deze duidelijkheid waarschijnlijk niet bieden. De Wet Arbeidsmarkt in balans is met name gericht op verbetering van de verhouding tussen vaste en flexibele arbeid. Conform de Wet DBA is in geval van lage uurtarieven sprake van een arbeidsovereenkomst. Aangezien bij platformwerk bijvoorbeeld per rit of per bezorging wordt betaald is het lastig een uurtarief te bepalen. De Wet DBA biedt hier derhalve geen zekerheid voor platformwerkers.

Hoewel platformwerk nog moeilijk te kwalificeren is, lijkt men het erover eens dat platformwerk heel groot kan worden. Vanwege de flexibiliteit en snelheid past het bij de wensen van de huidige tijd. De toegang tot werk is makkelijk en het laten bezorgen van eten of het bestellen van een taxi via een platform is efficiënt. Wel moet er een gelijk speelveld zijn om machtsposities te vermijden. Daarnaast moet er een balans zijn tussen de bescherming van de werkenden en de vrijheid van de platforms. Dit betekent dat er kaders geschetst moeten worden om te zorgen dat platformwerk op de juiste wijze toegepast kan worden. Hierbij valt te denken aan zelfregulering zodat er ruimte is voor maatwerk dat geschikt is voor verschillende vormen van platforms. Dit zou per platform verschillend kunnen en wellicht moeten zijn. Overigens lijkt het vooralsnog niet voor de hand liggen dat deze kaders binnen het Nederlands arbeidsrecht geschetst worden aangezien er vooralsnog evenmin een Europees kader bestaat. Eén ding is duidelijk: het laatste woord over platformarbeid is nog niet gezegd. 

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.