Logo
  • Nieuws
  • 9 januari 2014
  • Lianne Bouman

Ontslag met wederzijds goedvinden wint terrein

Ontslag met wederzijds goedvinden was in de jaren 2011-2012 de meest toegepaste ontslagroute. De ontslagroute via de kantonrechter en via Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) werd door werkgevers in het verleden het meest toegepast. De ontslagroute via de kantonrechter was het duurst.

Beeld Ontslag met wederzijds goedvinden wint terrein

Panteia onderzocht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de gehanteerde ontslagroutes en de ontslagkosten voor werkgevers in de jaren 2011-2012. Het onderzoek is uitgevoerd onder 3.501 werkgevers met vijf of meer werknemers De resultaten van dit onderzoek zijn vergeleken met een eerder onderzoek over de periode 2004-2006. In het onderzoek worden vijf verschillende ontslagroutes onderscheiden:

  1. Eenzijdige opzegging overheidsaanstelling (sector overheid en onderwijs/ambtenaren).
  2. Ontslagvergunning via UWV.
  3. Ontbindingsverzoek via de kantonrechter
  4. Ontslag op staande voet.
  5. Ontslag met wederzijds goedvinden.

In het onderzoek is gekeken naar de verschillende kosten van de beëindigingsprocedure (bij de voorbereiding, procedure, overgangsfase en na de beëindiging), zoals de kosten voor juridisch advies, recherchekosten, tijdsbesteding, door rechter opgelegde en vrijwillige vergoedingen, juridische kosten, improductiviteitskosten en overige.

Uit de steekproef van Panteia blijkt dat het belang van de beëindiging met wederzijds goedvinden enorm is toegenomen. In 61 procent van de gevallen werd de arbeidsovereenkomst op deze wijze beëindigd. Tijdens een eerder onderzoek over de jaren 2004-2006 werd deze ontslagroute in 26 procent van de gevallen toegepast. In die jaren werden de routes via UWV en kantonrechter het meest toegepast, respectievelijk 36 procent en 28 procent. In de jaren 2011-2012 werden beide routes minder toegepast, respectievelijk 24 procent en 9 procent. Een verklaring voor die verschuiving is dat in tegenstelling tot de jaren 2004-2006 bij een beëindiging met wederzijds goedvinden dit geen gevolgen meer heeft voor de aanspraak op een WW-uitkering.

Ontslagreden

In de periode 2011-2012 waren de voornaamste redenen voor ontslag bedrijfseconomisch (62 procent via UWV), disfunctioneren (41 procent via UWV), verstoorde verhoudingen (31 procent via UWV), veelvuldige ziekte en arbeidsongeschiktheid. Disfunctioneren en verstoorde verhouden leiden vooral tot een eenzijdige opzegging. Deze gevallen kwamen het vaakst voor de kantonrechter of werd de dienstbetrekking met wederzijds goedvinden ontbonden.

Gemiddelde kosten per route

In de periode 2011-2012 waren de gemiddelde kosten (tussen haakjes staan de bedragen in de periode 2004-2006 vermeld):
• van de ontslagroute langs de kantonrechter € 51.456 (€ 35.316);
• bij eenzijdige opzegging waren de kosten € 30.104 (€ 50.073);
• met wederzijds goedvinden € 22.417 (€ 22.740);
• via UWV € 18.248 (€ 16.112);
• en op staande voet € 6.873 (€ 5.601).

Tip

U kunt de verdere resultaten van het onderzoek ‘Ontslagkosten van werkgevers in
2012
’ inzien.

Seminar Ontslagrecht en ontslagvergoeding 2014

Arbeidsovereenkomsten tussen werkgevers en werknemers eindigen op verschillende manieren. Dit seminar behandelt alle mogelijke beëindigingsvormen. Meer info >

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.