Logo
  • Nieuws
  • 20 augustus 2013
  • Lianne Bouman

Zorgverzekeringswet: volgend jaar verlaging bijdrage werkgever

Voor de werkgever gaat de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) in 2014 omlaag. Dat blijkt uit de evaluatie Wet uniformering loonbegrip (WUL). De nieuwe tarieven voor 2014 worden op Prinsjesdag bekendgemaakt.

Beeld Zorgverzekeringswet: volgend jaar verlaging bijdrage werkgever

De invoering van de Wet uniformering loonbegrip (per 1 januari 2013) heeft nogal wat consequenties gehad voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW (IAB ZVW). Werkgevers houden de bijdrage niet meer in op het nettoloon van de werknemer en zij hoeven de bijdrage ook niet meer bruto aan hun werknemers te vergoeden. Ter vervanging betalen werkgevers nu een werkgeversbijdrage ZVW en is deze bijdrage dus een werkgeverslast geworden.

De hogere IAB VW leidt tot belastingderving vanwege het afschaffen van de (belaste) vergoeding. Dat betekent een permanent voordeel voor de werknemer als gevolg van de Wet WUL. De IAB ZVW voor de werkgever blijkt nu te hoog te zijn vastgesteld en wordt daarom verlaagd in 2014. Dit levert een voordeel op voor de werkgever.

Regeling ZVW

Per 1 januari 2012 werd het maximum bijdrage-inkomen waarover de werkgever de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW moest inhouden verhoogd van 33.427 euro in 2011 naar 50.064 euro in 2012. Het tarief van de IAB VWZ werd in 2012 verlaagd van 7,75 procent naar 7,1 procent. Dit jaar bedraagt het maximumbijdrageloon 50.853 euro en geldt er weer een percentage van 7,75.

Nota bene

Een werknemer vond de verhoging te ver gaan en ging in beroep tegen de inhouding van de ZVW-bijdrage op zijn loon over januari 2012. De rechtbank vond weliswaar dat de wetgever de delegatiebevoegdheid had om het maximum bijdrage-inkomen via de regeling ZVW te indexeren, maar vond de verhoging per 1 januari 2012 een indexatie te overtreffen. De rechtbank oordeelde dat dat niet was toegestaan.

Bovendien beriep de werknemer zich op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. De wetgever had in november 2012 de Fiscale Verzamelwet 2012, die de verhoging van het maximum bijdrage-inkomen met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 een wettelijke basis gaf, ingevoerd. De rechtbank oordeelde dat de wetgever zijn bedoeling om het maximum bijdrage-inkomen ZVW met terugwerkende kracht te verhogen pas kenbaar had gemaakt op 8 juni 2012, nadat de werknemer al in beroep was gegaan. De rechtbank meende dat dat de schijn opwierp dat de overheid had ingegrepen in de lopende procedure van de werknemer. Dit was in strijd met het recht het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. De rechtbank oordeelde daarom dat de belastingdienst een teruggaaf van een deel van de ingehouden ZVW-bijdrage moest verlenen aan de werkgever van de belanghebbende (ECLI:NL:RBZWB:2013:5946).

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.