Tot 31 december 2015 kan het eventuele levenslooptegoed voor de laatste keer fiscaal voordelig in één keer worden opgenomen. Het tegoed wordt dan belast tegen 80 procent. De overige 20 procent kan onbelast worden opgenomen. De 80 procentregeling geldt voor het bedrag van de aanspraken op 31 december 2011. Indien het tegoed nog dit jaar wordt opgenomen eindigt de levensloopregeling voor betrokkene definitief.

Was het tegoed op 31 december 2011 3.000 euro of meer, dan kan dit bedrag of een deel ervan door de werkgever worden uitbetaald tot en met 31 december 2021. Het bedrag dat de werknemer laat uitbetalen, telt mee als inkomen voor het jaar waarin het wordt uitbetaald.

Let op

Het toetsingsinkomen wordt in het jaar van uitbetalen hoger, waardoor er recht op minder toeslag kan ontstaan. Waarschuw uw werknemer hiervoor en wijs hem erop dat hij op het moment dat hij u een bedrag laat uitbetalen hij de fiscus een inkomenswijziging moet doorgeven met Mijn toeslagen. Zo voorkomt hij dat hij later toeslag moet terugbetalen.

Loonstrook 2016

Bereid u dit jaar nog voor op de nieuwe regels voor de betaling van het wettelijk minimumloon en het maken van de loonstrook in 2016 (Wet aanpak schijnconstructies). U moet vanaf 1 januari 2016 verplicht het netto wettelijk minimumloonbedrag giraal aan uw werknemers betalen. Het nettoloon staat echter niet in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). De hoogte kan per werknemer verschillen. De basis voor het netto equivalent van het wettelijk minimumloon is normaal gesproken het brutominimumloon volgens artikel 6 van de WML. Daarop moet u de verplichte inhoudingen in mindering brengen, zoals de loonheffing (loonbelasting/premie volksverzekeringen), pensioenpremies en bedragen die volgens een pensioenregeling verschuldigd zijn voor aanvullende ANW- of aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

Let op

Per 1 januari 2016:

• is een gespecificeerde loonstrook verplicht. U moet looncomponenten die de werknemer ontvangt als vergoeding voor kosten die hij voor het werk heeft gemaakt, altijd op de loonstrook  uitsplitsen;
• is het niet meer toegestaan door verrekeningen of inhoudingen op het loon onder het voor de werknemer geldende (netto equivalent van het) wettelijk minimumloon te komen.

Personeelslening

Uw organisatie kan een lening verstrekken aan een werknemer. Betaalt deze werknemer vervolgens minder rente over de personeelslening dan bij een kredietverlener of geen rente, dan is sprake van een rentevoordeel. Dit rentevoordeel is belast, maar niet als de werknemer de lening gebruikt voor het kopen, onderhouden of verbeteren van zijn eigen woning. Dan geldt voor het rentevoordeel in de werkkostenregeling een nihilwaardering.

Let op

• Deze nihilwaardering vervalt per 1 januari 2016. Dan is het rentevoordeel van de personeelslening voor de eigen woning belast bij uw werknemer. Het eigenwoningrentevoordeel mag u ook niet als eindheffingsbestanddeel aanwijzen. Bovendien geldt dit laatste ook voor de kosten van een personeelslening voor de eigen woning.
• De huidige nihilwaardering voor het rentevoordeel van een personeelslening voor de aanschaf van een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter blijft wel bestaan.

Lees ook HR-eindejaarstips 2015 (1)

Personeelsleningen

Jaaropgaaf en loonstrookje

Levensloopregeling vanaf 2012