Logo
  • Nieuws
  • 31 augustus 2012
  • Lianne Bouman

Onder voorwaarden geen RVU-heffing bij vervroegd pensioen

Onder twee voorwaarden mag een werknemer met vervroegd pensioen gaan, als hij zijn ‘verlofstuwmeer’ opneemt en vervolgens ook zijn levenslooptegoed aanspreekt. De heffing voor de regeling voor vervroegd uittreden (RVU) is dan voor hem niet van toepassing.

Beeld Onder voorwaarden geen RVU-heffing bij vervroegd pensioen

Sinds 1 januari 2005 is de eindheffing voor een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) van kracht. Daarin is bepaald dat, als bijvoorbeeld een prepensioenregeling of ontslagvergoeding wordt aangemerkt als een regeling voor vervroegd uittreden (VUT-regeling), de werkgever 52 procent eindheffing moet betalen over de uitkering. Twijfelt een werkgever of er sprake is van een RVU, dan kan hij de belastingdienst om een standpunt vragen. Hij ontvangt een beschikking, waartegen hij vervolgens bezwaar kan maken.

 

Voorwaarden geen RVU-heffing

Als een werknemer zijn verlofstuwmeer inzet om eerder te kunnen stoppen met werken, dan blijft de werkgever verschoont van de RVU-heffing, mits aan de twee volgende voorwaarden zijn voldaan:

  1. het verlof is niet speciaal toegekend aan de werknemer met het oog op een vervroegde uitstroom;
  2. het totaal van het gespaarde verlof en het verlof van het lopende jaar (het verlofstuwmeer) gaat de omvang van 50 maal de wekelijkse arbeidsduur niet te boven.

Tip

Als een werknemer voorafgaand aan zijn pensionering elf maanden verlofstuwmeer opneemt met 100% loondoorbetaling, gevolgd door 24 maanden levensloop, hoeft de werkgever geen RVU-heffing in te houden. Zie vraag&antwoord over dit onderwerp van de belastingdienst.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.