Logo
  • Blog
  • 17 oktober 2013

Sporten tijdens een dienstverband: niet altijd een goede combinatie

Over het algemeen juichen werkgevers het toe als hun werknemers in het kader van een gezonde leefstijl actief aan sport doen. Echter het is dan wel zaak dat een werknemer open en eerlijk communiceert over zijn sportieve prestaties omdat het hem anders wel eens heel duur kan komen te staan zo blijkt uit een aantal gepubliceerde rechtszaken.

De eerste zaak betrof een werkgever in de sector Overheid en Onderwijs. Werkgevers in de sector Overheid en Onderwijs zijn verplicht eigenrisicodrager voor de WW. Andere werkgevers kunnen geen eigenrisicodrager worden voor de WW.

Werkloosheidsrisico

Als eigenrisicodrager voor de WW dragen deze werkgevers het werkloosheidsrisico van hun werknemers. Dit betekent concreet dat als de werknemer werkloos wordt, de werkgever opdraait voor de kosten van de WW-uitkering. Het UWV betaalt de uitkering rechtstreeks uit aan de werknemer waarna de kosten in rekening worden gebracht bij de werkgever. Om die reden is een dergelijke werkgever net als een eigenrisicodrager voor de ZW of de WGA ook belanghebbende bij de toekenning van een WW-uitkering aan een voormalige werknemer.


Dam-tot-Damloop

De Haarlemse kantonrechter ontbond in oktober 2008  de arbeidsovereenkomst van een werknemer die tijdens zijn arbeidsongeschiktheid de van Dam-tot-Damloop in Amsterdam had gelopen. Het UWV kende deze werknemer vervolgens een WW-uitkering toe. De werkgever is het als belanghebbende niet met deze toekenning eens. Na bezwaar en beroep is in hoger beroep de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van oordeel dat aan de ontstane werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt en dat de werknemer om die reden geen aanspraak kan maken op een WW-uitkering. De werknemer had onjuiste informatie verstrekt over zijn medische situatie en zijn deelname aan de Dam-tot-Damloop verzwegen. Ook heeft de werknemer het verzuimreglement overtreden door zonder toestemming van zijn werkgever tijdens de arbeidsongeschiktheidsperiode drie weken op vakantie te gaan naar de Filipijnen. De CRvB is van oordeel  dat aan de ontstane werkloosheid een arbeidsrechtelijke dringende reden ten grondslag ligt waarvan de werknemer een verwijt kan worden gemaakt. Het UWV had een WW-uitkering moeten weigeren. Er wordt een parallel getrokken met de arbeidsrechtelijke dringende reden voor een ontslag op staande voet .


Zie: Ktr. Haarlem 29-10-2008, ECLI:NL:RBHAA:2008:BG2722


Klachten spieren/gewrichten

In een  voorwaardelijke ontbindingszaak bij de kantonrechter in Groningen ging het om een magazijnmedewerker/hulpmedewerker die al lange tijd zijn werk niet meer kon verrichten vanwege klachten aan zijn spieren en gewrichten. Wel deed hij zeer intensief aan hardlopen. Blijkens zijn op internet gepubliceerde individuele score lijst,  had hij -vanaf zijn ziekmelding en gedurende zijn re-integratieperiode gemiddeld twee maal per maand deelgenomen aan een hardloopwedstrijd van minimaal 10 kilometer (totaal 29), waaronder 6 halve marathons (21 km) en 2 hele marathons (42 km) met inbegrip van de marathon te Rotterdam op 14 april 2013.


Lichamelijk zware klussen buiten werk

Daarnaast verrichtte hij allerlei lichamelijk zware klussen, waaronder het vervangen van dakgoten, aan zijn eigen woning.  Zijn werkgever kon dit aan de hand van beeldmateriaal aantonen. Nu gaat het bij ziekte om ongeschiktheid voor de bedongen arbeid. Dit betekent niet per definitie dat iemand niet zou mogen sporten of andere werkzaamheden zou mogen verrichten. Wel en daar ging het in deze zaak met name om, wordt van een werknemer verlangd dat hij zijn terugkeer naar het arbeidsproces niet onnodig belemmert. De werkgever van deze man vond de activiteiten van deze man te ver gaan en ontsloeg hem op staande voet.  Als reden daarvoor werd aangegeven dat  de magazijnmedewerker niet voorafgaand overleg met de bedrijfsarts had gevoerd over de impact van zijn lichamelijk zware activiteiten op zijn herstel en terugkeer in het arbeidsproces.  Dit klemde te meer nu zijn werkgever er alles aan deed waaronder het in gang zetten van een tweede spoor traject om werknemer te laten re-integreren.


Opschorten loonbetaling

De magazijnmedewerker gaf onder verwijzing naar een arrest uit 2004 van de Hoge Raad aan dat ontslag een te vergaande sanctie was. Zijn werkgever had kunnen volstaan met het opschorten van de loonbetaling. De kantonrechter was van oordeel dat het overtreden van de controlevoorschriften niet met ontslag bestraft kon worden. Echter de Hoge Raad heeft in datzelfde arrest ook geoordeeld dat er bijkomende omstandigheden kunnen zijn waardoor een ontslag toch gerechtvaardigd kan zijn. Dit is aan de orde nu het gaat om het tegenwerken van het herstel en de re-integratie. De kantonrechter nam het de werknemer zowel ernstig kwalijk dat hij lichamelijk zware activiteiten had verricht terwijl hij had moeten werken aan zijn herstel als ook en vooral dat hij tegenover de bedrijfsarts had gezwegen over (de intensiteit van) zijn activiteiten.  Dit werd door de kantonrechter aangemerkt als het tegenwerken van de re-integratie. Het gegeven ontslag hield dus stand.


Zie: ktr. Groningen 20 september 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:5613


Kortom, sporten tijdens het dienstverband is op zich prima zolang het maar niet stiekem gebeurt en zodanig intensief dat de  door de werkgever in gang gezette re-integratieactiviteiten daarvan hinder ondervinden.


Meer informatie over ontslag op staande voet? Zie het boek Arbeidsrecht 2013 voor de professional

Ook kunt u het boek Sociale zekerheid 2013 voor de professional  raadplegen.

Producttips

Ook interessant

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.