De Wet Toekomst Pensioenen (WTP): de eerbiedigende werking toepassen of niet? De voor- en nadelen
De belangrijkste wijziging van de WTP is dat verzekerde pensioenregelingen overgaan naar een zogenaamde vlakke premie die voor alle leeftijdsgroepen gelijk is. Voor werknemers die al in dienst zijn op het moment van jullie overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel, mag je gebruikmaken van de eerbiedigende werking. Dat betekent dat de huidige regeling met de stijgende premie mag blijven gelden. Zelfs tot ná 2028. Maar is dat verstandig? Wat zijn de voor- en nadelen? Hieronder een uitleg van de twee opties.
Door: Astrid Ridderhof, Senior Pensioenadviseur bij HR Services van Crowe Foederer
Gebruikmaken van de eerbiedigende werking: twee regelingen
Als eerste optie kun je als werkgever gebruikmaken van de eerbiedigende werking. Dan handhaaf je de stijgende premie voor de werknemers die al in dienst zijn op het moment van de overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel. De premie wordt dan nog steeds hoger naarmate werknemers ouder worden. Toekomstige werknemers krijgen vanaf dat moment dan natuurlijk wel een vlakke premie. Dat betekent wel dat je twee regelingen binnen je organisatie krijgt en dus daarmee ook verschillende arbeidsvoorwaarden in pensioen.
Geen compensatieregeling
Maak je gebruik van de eerbiedigende werking dan hoef je geen compensatieregeling in het leven te roepen. Het kabinet en de sociale partners willen namelijk alleen compensatie zien voor deelnemers die door het mechanisme van de vlakke premie van de WTP onevenredig worden benadeeld. Bij pensioenfondsen gaan de sociale partners, vakbonden en werkgeversorganisaties daarover in overleg. Bij de verzekerde premieregelingen moeten werkgever en werknemer daarover in onderling overleg eens worden. Maar compenseren hoeft dus niet als je gebruikmaakt van de eerbiedigende werking.
Geen transitieplan
Let wel, je moet dan nog steeds de wijzigingen in het nabestaandenpensioen en de startleeftijd doorvoeren, hiervoor geldt de eerbiedigende werking niet. Maar je hoeft niet een heel transitieplan op te stellen naar de nieuwe WTP-situatie. Administratief is het wel iets meer werk omdat je twee regelingen handhaaft. Echter, omdat de oude regeling gesloten is voor nieuwe medewerkers, kan het extra werk meevallen.
Senioren vertrekken minder snel
De verwachting van deskundigen is wel dat oudere werknemers minder snel vertrekken en dat de arbeidsmobiliteit van seniore werknemers dus afneemt. Immers, ze zullen geen daling in hun premie willen accepteren doordat ze bij een andere werkgever een lagere vaste premie krijgen.
‘Pensioencompensatie wordt een onderhandelingspunt bij seniore arbeidskrachten’
Aan de andere kant: een seniore werknemer die wel een overstap wil maken, zal bij zijn nieuwe werkgever juist in de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden, het punt van pensioencompensatie op tafel leggen. Werkgevers moeten zich daar bewust van zijn. Dit wordt een onderhandelingspunt bij seniore arbeidskrachten.
Geen gebruikmaken van de eerbiedigende werking: pensioensituatie gelijkgetrokken
De tweede optie is géén gebruik maken van de eerbiedigende werking. Dan stap je dus volledig over naar een vlakke premie voor zowel de werknemers in dienst op het moment van de overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel als voor de toekomstige werknemers. Dan willen benadeelden van de overstap compensatie zien en zul je dus een transitieplan moeten maken. Maar je hebt dan wel de situatie voor al je medewerkers in de verzekerde pensioenregelingen gelijkgetrokken. Er is geen one size fits all.
Per bedrijf is het verstandig de verzekerde pensioenregelingen onder de loep te nemen. Het kan bijvoorbeeld een logisch moment zijn om over te gaan naar de nieuwe regeling als er veel nieuwe medewerkers in dienst komen of als het contract met de verzekeraar of de PPI vervalt. De meeste contracten kennen namelijk een looptijd van vijf jaar.
Niets doen is geen optie
Wie over wil, kan dat op zijn laatst doen op 31 december 2027. Dat lijkt ver weg, maar weet dat pensioenadviseurs maar liefst 50.000 regelingen moeten doorgronden en eventueel aanpassen.
‘Tijdig aan de bel trekken bij een pensioenadviseur en vervolgens bij de PPI of verzekeraar is een must’
Wanneer iedereen wacht tot het laatste kwartaal van 2027 wordt een tijdige aanpassing lastiger. Hoe eerder je start met het proces, hoe eerder je het juiste moment voor de overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel voor jouw onderneming kunt bepalen. Niets doen is geen optie. Verzekerde pensioenregelingen moeten bekeken en aangepast worden en je moet je medewerkers meenemen in wat er gaat veranderen. Dat kun je maar beter vroeg dan (te) laat doen.