
Volgens de organisatie denken startende ondernemers met die rechtsvorm de risico’s van schijnzelfstandigheid te omzeilen. Maar dat is “pertinent niet waar”, stelt de KVK.
De Belastingdienst handhaaft sinds januari de zzp-wet, officieel de Wet DBA (Wet DereguleringBeoordeling Arbeidsrelaties), die schijnzelfstandigheid moet tegengaan. Werkgevers kunnen daardoor sinds 1 januari een naheffing krijgen als blijkt dat ze zelfstandigen inhuren voor werk dat in een vast dienstverband moet worden gedaan. Boetes worden dit jaar nog niet uitgedeeld.
De KVK zag hierdoor eerder al een afname in het aantal zzp’ers. Ook in het tweede kwartaal van dit jaar daalde het aantal gestarte eenmanszaken, met 16 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Het aantal bv’s vertoonde tegelijkertijd juist een sterke stijging van 21 procent op jaarbasis.
Beoordelingscriteria schijnzelfstandigheid zijn voor eenmanszaak en bv hetzelfde
Nieuwe wetten en regels voor eenmanszaken, zoals het handhaven van de zzp-wet, ziet de KVK als mogelijke oorzaak. De beoordelingscriteria voor een eenmanszaak en een bv als het gaat om schijnzelfstandigheid zijn evenwel hetzelfde. Ook bij een bv mag er bijvoorbeeld geen werkgever-werknemerverhouding bestaan tussen opdrachtgever en zelfstandige, aldus de KVK.
Passende rechtsvorm
Volgens een woordvoerster wordt tijdens de inschrijving altijd de best passende rechtsvorm besproken en zo nodig anders geadviseerd. De startende ondernemer kan desondanks bij zijn eerste keuze blijven en de KVK kan niet zomaar iemand weigeren, legt zij uit.
Verder meldt de KVK dat er in het tweede kwartaal opnieuw meer ondernemers zijn gestopt, terwijl het aantal starters is afgenomen. Het aantal stoppers van april tot en met juni bedroeg 40.801, bijna een kwart meer dan een jaar eerder. Het aantal starters kwam uit op 53.799, 13 procent minder dan in het tweede kwartaal van 2024.
Het totaal aan bedrijven in Nederland lag nog wel licht hoger dan een jaar terug. Eind juni waren er 2.588.747 ingeschreven in het Handelsregister, ruim 1 procent meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar.
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum heeft onlangs een wetsvoorstel ingediend voor verduidelijking van de Wet DBA, de zogenoemde Vbar (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden). Als de Eerste en Tweede Kamer instemmen met het voorstel, moet deze 1 juli 2026 van kracht gaan.