
Met uitzondering van verschuivingen in de fiscale sfeer waar de salarisadministrateurs en systeembeheerders mogelijk werk aan hebben, bevatte de Miljoenennota weinig nieuws.
Politiek Den Haag lekt als een mandje en daardoor kwamen de opvallendste beleidsmaatregelen de afgelopen weken al naar buiten. Waar geschaafd en geschoven wordt, staat in het Belastingplan 2026, met slechts enkele nieuwe voorstellen, tot twee cijfers achter de komma.
Koopkrachtstijging
Geen HR-kost, maar wel voelbaar in de portemonnee van de medewerkers: de gemiddelde koopkrachtstijging in 2026 wordt geschat op ongeveer 1,3%. Gepensioneerden gaan er het meest op vooruit (1,5 %). Werkenden staat een koopkrachtstijging van 1,2 % te wachten. Het koopkrachtpakket bestaat uit twee voorstellen, namelijk de verhoging van de arbeidskorting en de verhoging van het tarief in de eerste schijf van de loon- en inkomensbelasting – dus tot €38.883. Die maatregel komt neer op iets meer belasting betalen over het lagere deel van het inkomen, namelijk 0,05%. De arbeidskorting onder de AOW-leeftijd komt voor 2026 uit op € 5.712. In 2025 bedraagt zij € 5.599.
Kinderopvangtoeslag
De werkgever zit er niet meer tussen, maar de kinderopvangtoeslag gaat omhoog. Werkende ouders met een inkomen tot € 56.000 krijgen bijna de hele maximum uurprijs vergoed (om precies te zijn 96%) die de overheid hanteert. Komend jaar wordt die geïndexeerd voor de inflatie en de loonontwikkeling in de sector, een stijging van 4,84%. Ook werkende ouders met een hoger inkomen krijgen een groter deel vergoed dan voorheen.
Expat-regeling
De veelbesproken expat-regeling jojoot nog vrolijk een slagje door. Er wordt een constant forfait van 27 % voorgesteld, en tegelijk een verhoging van de salarisnormen, met ingang van 2027. Dit komt in plaats van een eerder voorgesteld forfait dat afbouwt met de verblijfsduur. Voor ingekomen werknemers die vóór 2024 een ‘30% vergoeding’ hadden geldt een overgangsrecht.
Benzineaccijns
De tijdelijke verlaging van de benzineaccijns (erfenisje van de energiecrisis) wordt met een jaar verlengd.
Leaseauto’s
Leaseauto’s die ook privé gebruikt worden, moeten bij beschikbaarstelling vanaf 1 juli 2027 volledig emissievrij zijn. Er komt een pseudo-eindheffing in de loonbelasting, te betalen door de werkgever en niet te verhalen op de werknemer. De pseudo-eindheffing gaat gelden voor fossiele personenauto’s (óók hybrides), en het voorgestelde tarief bedraagt 12% over de waarde van de fossiele personenauto. Alleen compleet emissievrije personenauto’s zijn uitgezonderd van de heffing. Als een werkgever vóór 2027 een personenauto ter beschikking heeft gesteld, geldt nog tot de herfst van 2030 een overgangstermijn. Vanaf 1 juli 2030 geldt de pseudo-eindheffing voor álle fossiele personenauto’s waar privé in wordt gereden. Dat geldt ook voor woon-werkverkeer.
Fietsenbijtelling
Deel-, hub en dienstfietsen en andere deelfietsen die voor zakelijke doeleinden worden gebruikt, vallen voortaan buiten de bijtelling. Een boodschapje doen mag, zo lang de fiets maar niet mee naar huis gaat of voor recreatiedoeleinden wordt gebruikt.
RVU-vrijstelling
De RVU-vrijstelling (Regeling voor Vervroegd Uittreden) wordt verhoogd met €300 bruto per maand en daardoor bereikbaarder voor werknemers met een laag inkomen. De vrijstelling is in 2024 overeengekomen met de sociale partners in het akkoord ‘Gezond naar het pensioen’. De werkgever betaalt geen belasting over de uitkering in de laatste 3 jaar voor de AOW. Het tarief boven de RVU-drempelvrijstelling wordt fiscaal ontmoedigd. Of de maatregel uitpakt, wordt later geëvalueerd.
De Tweede Kamer zal in nieuwe samenstelling stemmen over het Belastingplan 2026. Maar eerst komen deze week de algemene politieke beschouwingen, waar al over het pakket gedebatteerd wordt.