De werkkostenregeling heeft als doel de regels rond belastingvrije vergoedingen aan werknemers, zoals een kerstpakket of een fiets van de zaak, te vereenvoudigen. Met de nieuwe regeling kunnen werkgevers maximaal 1,4 procent van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste zaken voor werknemers, ongeacht of daarin een beloningsaspect is te onderkennen. Over alles dat buiten deze ‘vrije ruimte’ valt, wordt 80 procent belasting geheven.

In 2012 is het aantal klanten van ADP dat definitief aan de werkkostenregeling (WKR) meedoet, toegenomen met 8 procent ten opzichte van 2011. In totaal heeft nu zo’n 15 procent de definitieve overstap gemaakt.

Uitstel boven overstap

Ondanks het stijgende aantal deelnemers aan de WKR ziet de dienstverlener ook gereserveerdheid bij klanten. Zo’n acht op de tien organisaties die momenteel proefdraaien met de WKR, houdt ook dit jaar vast aan de door ADP geboden tussenvorm. Veel organisaties kiezen ervoor de daadwerkelijke overstap uit te stellen tot 1 januari 2014, wanneer de regeling verplicht wordt. De WKR biedt tot 2014 deze mogelijkheid voor bedrijven voor wie de nieuwe regeling ongunstig uit pakt.

De behoefte aan meer financiële zekerheid is een belangrijke stimulans voor de toegenomen interesse in de WKR. Deze toename wordt ook gevoed doordat steeds vaker blijkt dat de werkkostenregeling voor werkgevers voordeliger uitpakt dan de oude regeling.

 

Proefdraaien

“Bedrijven die proefdraaien of nu al overstappen, willen niet voor verrassingen komen te staan wanneer de regeling in 2014 verplicht wordt,” zegt Dik van Leeuwerden, Manager Kenniscentrum Wet- & Regelgeving bij ADP. “Door de regeling nu al te implementeren, hebben ze de tijd eventuele problemen op te lossen. Vooral het proefdraaien geeft hen inzicht in hoe de werkkostenregeling voor hen uitpakt, zowel administratief als financieel. Dat kan sterk verschillen per sector.”