Logo
  • Nieuws
  • 3 juni 2010
  • Lianne Bouman

Opting-in: een veilige optie

In de Wet op de loonbelasting (Wet LB) is een aantal uitzonderingen opgenomen, waardoor bijvoorbeeld thuiswerkers in de meeste gevallen vanzelf als werknemer worden aangemerkt. Er bestaat binnen de Wet LB ook een regeling waardoor iemand die arbeid verricht en een beloning ontvangt vrijwillig als werknemer kan worden aangemerkt, de zogenoemde opting-in-regeling. Er is dan sprake van een facultatieve dienstbetrekking.

Beeld Opting-in: een veilige optie

Als u een opdracht verstrekt aan een freelancer met een Verklaring Resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-ROW) loopt u een risico. U kunt het risico afwentelen door met de opdrachtnemer te kiezen voor opting-in.

 

Als een arbeidsverhouding geen echte (reële) dienstbetrekking of fictieve dienstbetrekking is, kunt u er samen met uw zogenoemde pseudowerknemer voor kiezen om de arbeidsverhouding voor de loonheffing (loonbelasting en premies volksverzekeringen) toch als dienstbetrekking te beschouwen. Dit wordt opting-in genoemd:

  • U bent inhoudingsplichte voor de loonheffing.
  • U hebt identificatieplicht.
  • U draagt de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet af. Deze bent u niet verplicht aan de betrokkene te vergoeden.
  • U draagt geen premies werknemersverzekeringen af.

Verklaring opting-in

De opting-in-regeling kan worden toegepast door een gezamenlijke verklaring van opdrachtgever en opdrachtnemer bij de Belastingdienst in te leveren. In de verklaring vermelden partijen dat zij de verhouding als een dienstbetrekking willen aanmerken. De verklaring is vormvrij.

Let op:

Als de werkgever en pseudowerknemer opteren voor opting-in, dan wordt de beloning van deze pseudo-werknemer niet belast als resultaat uit overige werkzaamheid, maar valt de beloning onder de heffing van de loonbelasting/premie volksverzekeringen.

Artiesten en beroepssporters

De opting-in-regeling staat ook open voor artiesten en beroepssporters met een overeenkomst van korte duur. Als hun arbeidsverhouding niet een echte of fictieve dienstbetrekking is, geldt in beginsel een bijzondere regeling: de artiesten- en beroepssportersregeling.

Samen met de werkgever kan ook gekozen worden voor een arbeidsverhouding die als dienstbetrekking is aan te merken. De normale regels voor de loonheffing zijn dan van toepassing, in plaats van de artiesten- en beroepssportersregeling.

Let op:

De opting-in-regeling is eveneens van toepassingstaat op bijvoorbeeld predikanten en sexwerkers (prostituees). Tot 1 januari 2006 hadden wethouders ook de mogelijkheid te kiezen voor de opting-in-regeling. Vanaf 1 januari 2006 wordt echter de arbeidsverhouding van een wethouder aangemerkt als een echte dienstbetrekking. De wethouders worden tegenwoordig benoemd en krijgen daarbij de status van ambtenaar conform de Ambtenarenwet.

Bestuursleden stichting

Bestuursleden van een stichting ontvangen vaak een kostenvergoeding. Feitelijk is er geen sprake van een echte of fictieve dienstbetrekking. Als de stichting de kostenvergoeding met toepassing van de opting-in-regeling vrij wil uitbetalen, dan moet worden voldaan aan de voor opting-in geldende voorwaarden. Zo moet onder meer een beloning worden genoten uit een arbeidsverhouding. Van een beloning is sprake als de vergoeding hoger is dan de naar redelijkheid te bepalen kosten. Opting-in is, indien alleen een vergoeding van daadwerkelijk gemaakte kosten plaatsvindt, niet mogelijk, maar is ook niet nodig. Er is in dat geval immers geen sprake van een bron van inkomsten. Belastingheffing over de vergoeding is dan niet aan de orde.

Let op:

Bij een (gedeeltelijke) bovenmatige vergoeding kan wel sprake zijn van een beloning en kan er gebruik worden gemaakt van opting-in. Feitelijk moet er dan wel sprake zijn van een arbeidsverhouding. Overigens kan er in dat geval ook gebruik worden gemaakt van de zogenoemde vrijwilligersregeling.

Voorwaarden opting-in

Om gebruik te kunnen maken van de opting-in-regeling moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

  • De pseudowerknemer heeft een arbeidsverhouding met de pseudowerkgever en geniet daaruit een beloning: de arbeidsverhouding is geen echte of fictieve dienstbetrekking.
  • De pseudowerknemer en de werkgever melden de Belastingdienst, door middel van de ‘Verklaring loonheffingen opting-in’ dat zij de arbeidsverhouding voor de loonheffing aanmerken als een dienstbetrekking. Deze melding dient voor de eerste inhouding van de loonheffing plaats te vinden.
  • De (pseudo)werkgever neemt de pseudowerknemer in zijn loonadministratie op.
  • De arbeidsverhouding levert geen belastbare winst uit onderneming op. Zodra dat wel het geval is, moet de pseudowerknemer dat melden aan de inspecteur van de Belastingdienst. Opting-in is dan niet meer mogelijk. De pseudowerknemer kwalificeert dan als winstgenieter.

Voorbeeld

Willem start een tekstbureau. Hij heeft bij aanvang slechts twee opdrachtgevers en krijgt daarom van de Belastingdienst een VAR-ROW. Met beide opdrachtgevers maakt hij daarom gebruik van de opting-in-regeling. Zowel met de ene als de andere opdrachtgever heeft hij dat bij de Belastingdienst gemeld. Na een half jaar meldt zich een derde opdrachtgever, waarna hij niet langer wordt aangemerkt als resultaatgenieter, maar zich kwalificeert als winstgenieter. Hij meldt dit zowel aan zijn beide opdrachtgevers als aan de Belastingdienst. De Belastingdienst reikt vervolgens een VAR-WUO uit.

Beëindiging opting-in

Als er nog wel recht op inkomsten is, terwijl er geen arbeid meer wordt verricht, is opting-in niet mogelijk. Als er in de periode dat er wel arbeid werd verricht de opting-in-regeling werd toegepast, vormen latere inkomsten uit die arbeidsverhouding automatisch loon uit vroegere dienstbetrekking.

Let op:

Wenst de pseudowerknemer en/of de pseudowerkgever de opting-in-situatie op een bepaald moment vrijwillig te beëindigen, al dan niet onder voortzetting van de arbeidsverhouding, dan gelden er geen specifieke voorwaarden. Een uitzondering is het geval, wanneer de inhoudingsplichtige zijn onderneming staakt.

Pseudowerknemer

Het kan voor freelancers aantrekkelijk zijn om als pseudowerknemer te worden aangemerkt. Hij kan namelijk ook deelnemen aan regelingen die normaliter uitsluitend voor ‘echte’ werknemers openstaan. Denk bijvoorbeeld aan pensioenregelingen en fiscaal vrije vergoedingsmogelijkheden. Een pensioenregeling moet een dergelijke deelname overigens wel mogelijk maken.

In zee gaan met freelancers

Als u met een freelancer met een VAR-ROW in zee gaat, zult u eerst moeten toetsen of er sprake is van een dienstverband. Geeft u hem bijvoorbeeld instructies en/of bepaalt u wanneer en waar hij moet werken? U loopt dan het risico dat er sprake is van een fictief dienstverband en dat u achteraf door de Belastingdienst wordt aangeslagen voor loonheffingen.

Let op:

Een VAR ROW biedt een opdrachtgever niet altijd voldoende zekerheid. Gunt u de freelancer toch de opdracht, dan heeft u twee mogelijkheden. U kiest samen voor:

  • opting-in; of
  • verloning (hierbij laat de freelancer zich uitbetalen via een verloningsbureau).

Voordelen opting-in werkgever

  • U versterkt uw concurrentiepositie op de arbeidsmarkt, omdat de pseudowerknemer kan deelnemen aan de gebruikelijke werknemersfaciliteiten, bijvoorbeeld de spaarloonregeling, vrije vergoedingen en verstrekkingen en de levensloopregeling. Want, op het loon van de pseudowerknemer zijn immers alle regels voor de loonheffing van toepassing. Deelname aan de levensloopregeling (evenals de spaarloonregeling) moet op basis van het aanwezige levensloopreglement wel openstaan voor pseudowerknemers.
  • De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeirngen (WVA) is niet van toepassing op pseudowerknemers. Een uitzondering hierop geldt voor de afdrachtvermindering zeevaart, daarin is namelijk het begrip werknemer niet van belang; deze regeling is gekoppeld aan het zijn van zeevarende. De werkgever kan echter de ruimte voor de afdrachtvermindering vergroten. Doordat immers ook over de beloning van de pseudowerknemer loonheffing wordt ingehouden, ontstaat een hoger bedrag aan af te dragen loonheffing van de inhoudingsplichtige. Hierdoor kunnen de afdrachtverminderingen voor andere werknemers eventueel worden verrekend met de loonheffing van pseudowerknemers.

Een nadeel is dat de werkgever de pseudowerknemer moet opnemen in de salarisadministratie. Hiermee zijn kosten gemoeid. Tevens gelden hiervoor de normale administratieverplichtingen voor werknemers,

Belangrijke aandachtspunten

  • Een toekomstig directeur-grootaandeelhouder kan de opting-in-regeling niet toepassen tijdens de voorperiode in afwachting van de formele oprichting van zijn vennootschap. Opting-in vereist immers een arbeidsverhouding tussen de werkgever en de pseudowerknemer. Een vennootschap in oprichting bestaat juridisch nog niet en daarom kan er in de voorperiode geen sprake zijn van een arbeidsovereenkomst noch van een arbeidsverhouding.
  • De Belastingdienst toetst de opting-in achteraf bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De voordelen van de toepassingen van de loonheffing worden teruggedraaid, als de fiscus winst uit onderneming constateert. Ontvangen vrije vergoedingen moeten dan bij de belastbare winst worden geteld, waartegenover de werkelijke kosten ten laste van de winst kunnen worden gebracht.
  • Bij de opting-in regeling komt er arbeidsrechtelijk geen dienstbetrekking tot stand. Dit houdt onder meer in dat de ontslagbescherming voor de pseudowerknemer niet is wat zij voor de ‘gewone’ werknemer is. Maar, onder omstandigheden is wel het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA) van toepassing. De opting-in regeling is in ieder geval expliciet voor de werknemersverzekeringen uitgesloten.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.