In de afgelopen tien jaar stegen de lonen in die periode bij de Oosterburen het minst in de hele EU. Door loonmatiging bleef de loonkostenstijging in Duitsland beperkt tot 19 procent. Nederland kende dus ten opzichte van Duitsland een dubbel zo hoge loonkostenstijging. De loonkosten in Frankrijk groeide met 39 procent, in Spanje met 47 procent en in Groot-Brittannië met 42 procent (gemeten in Britse ponden).

 

De loonkostenstijging in de Midden- en Oost-Europese landen was aanzienlijk hoger. In Hongarije zijn de loonkosten per gewerkt uur in tien jaar tijd verdubbeld. In de Baltische staten, Bulgarije en Roemenië was de stijging nog groter. In Roemenie het hoogst in de hele EU.

 

Hoogste uurloon in België

In België zijn de loonkosten het hoogst van alle landen van de Europese Unie. De loonkosten per gewerkt uur bedroegen in 2011 39,3 euro. Ook in Zweden, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Duitsland lagen de loonkosten in 2011 boven de 30 euro per uur. Nederland staat in deze ranglijst op de zesde plaats, met 31,1 euro per gewerkt uur. Dat is net boven Duitsland, waar de gemiddelde loonkosten 30,1 euro per gewerkt uur bedroegen.

 

Het CBS verwerkte alleen de loonkosten in de nijverheid (industrie, bouwnijverheid) en de commerciële dienstverlening (handel, horeca, vervoer, financiële en zakelijke dienstverlening). Dit betekent dat de bedrijfstak landbouw en visserij buiten beschouwing werd gelaten, evenals de bedrijfstakken in de niet-commerciële dienstverlening (zoals het openbaar bestuur, onderwijs en de zorg).