Logo
  • Nieuws
  • 19 januari 2009
  • Lianne Bouman

Heeft BUA zijn laatste dagen gehad?

Mogelijk vervalt de BTW-correctie voor privégebruik van een auto van de zaak. De Hoge Raad heeft aan het Hof van Justitie EG prejudiciële vragen gesteld over de rechtsgeldigheid van de regeling voor het privégebruik van de personenauto door personeel. Het gaat hier om de BTW en niet om de loonheffingen, dan wel inkomstenbelasting. Het kan zijn dat het Hof het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) niet rechtsgeldig bevindt.

Beeld Heeft BUA zijn laatste dagen gehad?

Als u goederen die tot uw ondernemingsvermogen behoren ook privé gebruikt (bijvoorbeeld de auto van de zaak), of wanneer u goederen (zoals aan auto of maaltijden) tegen een vergoeding aan uw personeel verstrekt, dan moet hiervoor een correctie plaatsvinden in uw aangifte omzetbelasting. Deze correcties leiden tot minder aftrek van voorbelasting. Dit zou in strijd kunnen zijn met het EG-recht. Zowel een arrest van het Hof van Justitie in een Zweedse zaak, als een conclusie van een Advocaat-Generaal van het Hof van Justitie voor de Nederlandse situatie, geven aanleiding tot deze veronderstelling.

 

Wet omzetbelasting

De Nederlandse Wet omzetbelasting(OB)-wetgeving kent twee bepalingen om het privégebruik van een auto door personeel te belasten:

  • Het BUA, dat het gebruik door middel van een correctie van de (voor)aftrek belast (fictief 12 procent van de bijtelling voor het privégebruik);
  • De fictieve dienstbepaling, geregeld in art. 4.2 Wet OB (sinds 2007), die het privégebruik gelijk stelt met een belastbare dienst door de ondernemer.

 

Art. 16a Wet OB regelt dat het BUA voorrang heeft op de fictieve dienstbepaling.

 

Wat kunt u doen?

Ga tijdig in bezwaar tegen de aangifte(n) omzetbelasting, waarin u correcties heeft aangebracht op grond van het BUA en voor privégebruik van tot het ondernemingsvermogen behorende goederen. Doe hierbij een beroep op de zaak Scandic (Hof van Justitie EG, 20 januari 2005, zaaknummer C-421/03) en de conclusie van de AG van het Hof van Justitie in de zaak Charles en Charles-Tijmens (20 januari 2005, zaaknummer C-434/03). Wanneer uw BTW-aangifte negatief was, kunt u ook nog in bezwaar gaan tegen de teruggaafbeschikking.

 

Tip

De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie naar aanleiding van de prejudiciële vragen uitspraak heeft gedaan. 

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.