Logo
  • Nieuws
  • 1 januari 2009
  • Redactie HRpraktijk.nl

De afdrachtvermindering onderwijs, vergeet 'm niet

De belastingkorting voor onderwijs is de moeite van het toepassen zeker waard. Maakt u al gebruik van alle mogelijkheden?

Beeld De afdrachtvermindering onderwijs, vergeet 'm niet

Met de afdrachtvermindering onderwijs wenst de overheid het in dienst nemen van lerende werknemers te stimuleren. De afdrachtvermindering onderwijs is van toepassing op de onderstaande acht categorieën werknemers en leerlingen. Het gaat om de werknemer of leerling die:

1. de beroepspraktijkvorming van de beroepsbegeleidende leerweg volgt op grond van een leer-werkovereenkomst tussen hemzelf, de werkgever en de onderwijsinstelling;
2. is aangesteld als assistent in opleiding bij een universiteit;
3. is aangesteld bij een privaatrechtelijke rechtspersoon of TNO;  
4. arbeid verricht in het kader van een initiële opleiding in het hoger beroepsonderwijs;
5. een voormalig werkloze is, die aangewezen scholing volgt die erop gericht is hem op startkwalificatieniveau te brengen;
6. een leer-werktraject volgt in het derde of vierde leerjaar van de basis beroepsgerichte leerweg van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs;
7. gedurende ten minste twee maanden stage loopt in het kader van een beroepsopleiding in de beroepsopleiding van de leerweg op mbo-niveau 1 of 2;
8. een procedure Erkenning verworven competentie (EVC-procedure) volgt bij een erkende EVC-aanbieder.

 

Administratie
De werkgever kan u als vragen de afdrachtvermindering onderwijs toe te passen als hij werknemers of leerlingen in dienst heeft die aan één van de bovenstaande vereisten voldoen. Als bij uw werkgever een dergelijke werknemer of leerling of dienst is, moet – afhankelijk van in welke groep de werknemer/ leerling thuishoort – worden voldaan aan bepaalde administratieve voorwaarden. Deze voorwaarden zijn per groep verschillend. Voor bijvoorbeeld de werknemers die het leer-werktraject volgen (categorie 6) moet een kopie van de leerwerkovereenkomst of de verklaring van het Regionaal Opleidingscentrum in de loonadministratie worden opgenomen. Vervolgens moet op de leer-werkovereenkomst ook nog een aantal specifiek genoemde gegevens zijn opgenomen.

 

Hoogte
Om de hoogte van de afdrachtvermindering te bepalen is allereerst van belang om een eventuele deeltijdfactor vast te stellen. In de wet wordt uitgegaan van een fulltime werkweek van 36 uur. Als een werknemer 16 uur per week werkzaam is, moet zijn loon voor toepassing van deze wetgeving vermenigvuldigd worden met 16/36. Maar let op, als een werknemer 40 uur per week werkt is er geen sprake van 40/36.

 

Toetsloon
Daarna moet het loon worden getoetst aan het zogenoemde toetsloon. Dit is overigens alleen het geval voor de onder 1, 4 en 5 genoemde categorieën werknemers. Voor de andere categorieën geldt geen toetsloon. Dit toetsloon is een grensbedrag waarvan is bepaald dat de werknemer of leerling niet meer mag verdienen dan dat grensbedrag. Het toetsloon is niet altijd gelijk aan het loon voor de loonbelasting, maar dient op een afzonderlijke wijze te worden vastgesteld. Voor de onder 1, 4 en 5 genoemde groepen geldt op dit moment een toetsloon van € 1.785,17 per maand. Als blijkt dat het naar fulltime omgerekende salaris van de werknemer meer bedraagt dan het toetsloon kan geen afdrachtvermindering onderwijs worden toegepast.

 

Tabellen

Als het salaris lager is dan het toetsloon kan de afdrachtvermindering worden berekend. Indien er geen sprake is van een deeltijdfactor kan eenvoudig in de tabellen van de Belastingdienst worden afgelezen wat de hoogte van de afdrachtvermindering is. Als er wel sprake is van een deeltijdfactor moet deze op de genoemde bedragen in de tabellen worden toegepast. Let daarbij ook nog op de verschillende tabellen voor werknemers zonder en met vakantiebonnen.  

 

Aangifte
Als het bedrag van de afdrachtvermindering is vastgesteld kan dit in het desbetreffende loontijdvak in mindering worden gebracht op de verschuldigde loonheffingen. Hierbij geldt als voorwaarde dat het te betalen bedrag aan loonheffingen nooit minder kan zijn dan nihil (er kan dus geen teruggave plaatsvinden). Blijft er nog een bedrag over dat niet in mindering kan worden gebracht, dan mag u deze de volgende tijdvakken verrekenen.  

  

EVC-procedure, wat is dat?
EVC is de afkorting van Erkennen van Verworven Competenties. EVC beoogt de erkenning, waardering en verdere ontwikkeling van wat een individu heeft geleerd in elke mogelijke leeromgeving: in formele omgevingen zoals op school, maar ook in niet-formele of informele omgevingen zoals de werkplaats of thuis. Als de werkgever de kosten van deze procedure vergoedt, is dat belast loon voor de loonheffingen maar kan een afdrachtvermindering onderwijs worden toegepast van € 300 per procedure. Het is wel zo dat de EVC/aanbieder moet zijn opgenomen in het register dat het Kenniscentrum EVC bijhoudt.    

 

Startkwalificatie, wat is dat?
Wanneer een werknemer die een leerbaan wordt aangeboden als werkloos werkzoekende staat ingeschreven bij het CWI en nog geen zogenoemde startkwalificatie heeft, krijgt de werkgever een extra korting. Bij scholing op startkwalificatieniveau gaat het om scholing die maximaal opleidt tot mbo-2-niveau. De opleidingen die hieraan voldoen, zijn de opleidingen van niveau 1 (assistentenopleiding) en 2 (basisberoepsopleiding) uit het zogenaamde Crebo-register dat wordt vastgesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Veelal weten de opleidingcentra waar de opleiding wordt afgenomen of de desbetreffende opleiding kwalificeert als startkwalificatieniveau. Mocht dit niet het geval zijn dan kan het bovengenoemde ministerie of uw adviseur u zeker verder helpen.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.