Wettelijk streefcijfer leidt nog onvoldoende tot meer vrouwen aan de top
Sinds de invoering van een wettelijk streefcijfer stijgt het aandeel vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen, maar niet met zevenmijlslaarzen. De top 200 grootste bedrijven boeken wel meer vooruitgang. Bij hen vroeg minister Bussemaker samen met VNO-NCW actief aandacht voor toename van het aandeel vrouwen en dat lijkt dus te werken. Dit staat in de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2016 getiteld 'Waiting on the world to change'.
Hoewel in 2015 meer bedrijven het streefcijfer hebben gerealiseerd, gaat de toename van het aantal vrouwen in de top nog steeds te langzaam. Uit de monitor blijkt dat de raden van bestuur in 2015 voor gemiddeld 9,6 procent uit vrouwen bestaan. In 2012, vóór de invoering van het streefcijfer, was dat 7,4 procent. In de raad van commissarissen wordt nu 12,5 procent van de zetels door vrouwen bezet, in 2012 was dat 9,8 procent.
Het aantal bedrijven dat het streefcijfer van 30 procent heeft gerealiseerd in de rvb is nu 15,1 procent en in de rvc 20,8 procent. Vóór de invoering van het wettelijk streefcijfer was dat 9,3 procent voor de rvb en 14,7 procent voor de rvc.
Betere resultaten bij top 200 door impuls OCW en VNO-NCW
Bij de tweehonderd grootste bedrijven neemt het aandeel vrouwen in de rvc sneller toe. Sinds de invoering van het streefcijfer is het percentage vrouwen in de rvc van de top 200 gestegen van 16,1 procent naar 19,3 procent eind 2015. Bijna een derde heeft eind 2015 het streefcijfer in de rvc gerealiseerd. Dat is meer dan een verdubbeling sinds 2012, toen dat bij 13,4 procent het geval was. Voor de rvb wijkt de top 200 niet af van de overige bedrijven. De minister heeft samen met VNO-NCW bij de rvc’s en rvb’s van deze ‘top 200’ extra aandacht en inzet gevraagd voor het realiseren van meer vrouwen in de board. En dat heeft effect gehad. Dat het bedrijven uit de top 200 beter lukt, komt omdat zij steviger inzetten op m/v-diversiteit in de top en meer maatregelen nemen. Bij de top 200 worden vacatures in de rvc aantoonbaar vaker benut om een vrouw te benoemen.
Grote achterhoede van bedrijven waar niets gebeurt
De toename van het aandeel vrouwen komt voor rekening van een kleine groep voortrekkers. Een grote achterhoede van bedrijven lijkt echter niet in beweging te komen. Eind 2015 heeft bijna driekwart van de rvb’s en ruim 60 procent van de rvc’s nog steeds geen enkele vrouw.
Kansen om vrouwen te benoemen te weinig benut
In een kwart van de rvb’s en ruim een derde van de rvc’s vonden in 2015 nieuwe benoemingen plaats. Een kwart van de bedrijven heeft deze vacatures benut om vrouwen te benoemen in de rvb en 28,5 procent in de rvc. Bij de top 200 worden de kansen in de rvc veel beter benut: ruim 43 procent heeft vrouwelijke commissarissen benoemd in 2015. Ook bij top 200 bedrijven gebeurt dit echter niet in de rvb.
Beleid werkt
Bedrijven die meer vrouwen in bestuur en toezicht willen en die daar maatregelen voor treffen boeken in korte tijd resultaat. Vasthouden aan targets en duidelijke criteria voor de shortlist en bij benoemingen blijken in hoge mate effectief om het aandeel vrouwen te laten toenemen.
Transparantie in jaarverslag nog onvoldoende
Vennootschappen die het streefcijfer van minimaal 30 procent m/v niet hebben bereikt, moeten in het jaarverslag uitleggen waarom dat niet gelukt is. Meer dan de helft doet dat echter niet. Slechts 6 procent voldoet voor de rvb aan alle wettelijke rapportageverplichtingen en 9 procent voor de rvc.
Publieke sector
Dit jaar is in de monitor voor het eerst een vergelijking gemaakt met de publieke sector. Organisaties in de publieke sector hebben veel meer vrouwen in de top dan het bedrijfsleven. Van de bestuurders in de publieke sector was in 2015 gemiddeld 27,9 procent vrouw, van de toezichthouders 33,4 procent. Ruim 25 procent van de organisaties in de publieke sector heeft een evenwichtige m/v-verdeling gerealiseerd in de rvb, bijna 60 procent in de rvt.
Aanbevelingen van de commissie Monitoring Talent naar de top
Op basis van het onderzoek heeft de commissie Monitoring een vijftal aanbevelingen geformuleerd voor de politiek en het bedrijfsleven. De belangrijkste zijn:
- De impuls van minister Bussemaker en voorzitter De Boer van VNO-NCW intensiveren, uitbreiden naar meer bedrijven en ook meer aandacht vragen voor de groei van het aantal vrouwen in de rvb.
- De commissie heeft vorig jaar geadviseerd bedrijven meer tijd te geven om het streefcijfer van 30 procent te realiseren, mits een reële voortgang van 20 procent eind 2019 wordt bereikt. In het huidige tempo wordt deze doelstelling niet gehaald. De commissie beveelt daarom aan om de urgentie te verhogen en meer aandacht te genereren voor het onderwerp via meerdere en verschillende kanalen. De minister zou ook aandeelhouders, beleggers en afnemers kunnen vragen hun invloed aan te wenden. Daarnaast zou het helpen bedrijven ideeën aan te reiken die de kans op het benoemen van vrouwen verhogen.