Kostenverdeling bij arbeidsongeschiktheid en re-integratie moet eerlijker
Op het gebied van arbeidsongeschiktheid en re-integratie heeft de overheid de afgelopen decennia steeds minder haar verantwoordelijkheid genomen en steeds meer bij de werkgever over de schutting gegooid. Daardoor is er een onbalans ontstaan bij de kostenverdeling. Dat vindt Mark Diebels, die op dit onderwerp promoveerde aan de Tilburg University. 'Eigenlijk moeten bij arbeidsongeschiktheid en re-integratie de lasten verdeeld zijn tussen overheid, werkgever en werknemer.'
Mark Diebels is een kleine 20 jaar advocaat arbeidsrecht. In zijn praktijk zag hij veel zaken langskomen, die te maken hadden met arbeidsongeschiktheid en re-integratie en de problemen die met name werkgevers daarbij ondervinden. Enerzijds de financiële lasten: wettelijk moeten werkgevers twee jaar minimaal 70 procent van het loon doorbetalen, in de praktijk betaalt 98 (!) procent van de werkgevers meer door – tot aan 100 procent voor twee jaar. Anderzijds de problemen die werkgevers ondervinden om medewerkers intern of extern te herplaatsen. “Daarnaast was er onvrede bij werkgevers, dat ze moesten betalen voor elke reden dat iemand ziek is. Of het nu door het werk kwam, door sport of door bijvoorbeeld stress vanwege een scheiding.”
Die dagelijkse praktijk triggerde hem om voor zijn promotie te onderzoeken hoe het Nederlandse beleid zich verhoudt tot de Europese regelgeving en om het Nederlandse re-integratiestelsel te vergelijken met het Duitse. “Eigenlijk moeten bij arbeidsongeschiktheid en re-integratie de lasten verdeeld zijn tussen overheid, werkgever en werknemer. In Nederland is ervoor gekozen om heel veel verantwoordelijkheid bij de werkgever neer te leggen, een klein beetje bij de werknemer en vrijwel niets bij de overheid.”