
Die vraag werpt arbeidseconomoom Justus van Kesteren op in een artikel op journalistiek platform De Correspondent. In het stuk pleit Van Kesteren voor een bredere kijk op de arbeidsmarkt waarbij moet worden bepaald welk werk we willen blijven doen in Nederland en hoe we dat slim organiseren.
Van Kesteren schetst de huidige situatie waarin bedrijven tijdelijk sluiten vanwege personeeltekort en scholen klassen naar huis sturen omdat er geen leerkracht beschikbaar is. De bouw loopt vertraging op en in de zorg lopen de wachtlijsten op.
Ondertussen doen werkgevers er alles aan om vacatures te vullen, ziet Van Kesteren. Bijvoorbeeld nieuwe manieren van werven, arbeidsmigranten aantrekken en bij uitkeringsinstanties kijken wie aan het werk kan.
Ook zetten organisaties alle zeilen bij om mensen aan zich te binden. Van Kesteren noemt teamactiviteiten, gezamenlijke lunches, ontwikkelgesprekken en creatieve arbeidsvoorwaarden, zoals de mogelijkheid om remote werken vanuit een zonnig oord, gratis gezonde lunches en een minigym op kantoor. Daarnaast krijgen mensen sneller een vast contract.
Uit de CBS-cijfers blijkt dat zowel kleine als grote bedrijven een aantrekkelijke werkgever proberen te zijn met verschillende maatregelen, waaronder het bieden van een hoger salaris.
Personeelstekort kan ook werkoverschot of beloningstekort zijn
Van Kesteren stelt echter dat er veel meer aan de hand is dan een personeelstekort en dat simpelweg meer mensen aantrekken en behouden geen oplossing biedt. Uiteindelijk is de vraag naar werkenden groter dan het aanbod van mensen, maar dat hoef je niet per se een personeelstekort te noemen, vindt Van Kesteren.
Zo kan er volgens hem ook sprake zijn van onder meer een productiveitstkort (we werken niet efficiënt genoeg), een werkoverschot en van een beloningstekort. De schaarste aan personeel zou moeten leiden tot hogere beloningen, maar dat zien we niet terug op de arbeidsmarkt, concludeert Van Kesteren.
Ja, de lonen zijn afgelopen jaren sterk gestegen, maar dat was een compensatie voor de jaren na de coronapandemie waarin de prijzen sterk stegen. “Sinds 2021 zijn de lonen even hard gestegen als de prijzen, waardoor werknemers gemiddeld genomen er niet op vooruit zijn gegaan”, beargumenteert de arbeidseconoom.
Ondertussen zijn de operationele winsten van bedrijven harder gestegen dan de inkomens van werkenden. Hierdoor krijgen werknemers een kleiner deel van de opbrengsten in plaats van een groter deel, aldus Van Kesteren.
De arbeidseconoom vindt dat we breed moeten kijken naar de arbeidsmarkt. Volgens hem ligt een deel van de oplossing op de korte termijn bij het aanpakken van het ‘beloningtekort’ met een herziening van het loongebouw. Op de lange termijn zou iets aan het productiviteitstekort en het werkoverschot gedaan moeten worden.
LEES OOK: Steeds meer werkgevers vermelden het salaris in vacatures