Nog steeds worden vrouwen minder betaald dan mannen voor gelijk werk. Volgens het CBS is het verschil 4 procent bij de overheid en 7 procent in het bedrijfsleven. Met een loonkloofonderzoek en bijbehorende certificering wil Erasmus Q-Intelligence een einde maken aan beloningsdiscriminatie. “Bedrijven kunnen zo bewijzen dat ze mannen en vrouwen gelijk betalen.”
In navolging van diverse landen die wetgeving hebben ingevoerd om eerlijke beloning voor mannen en vrouwen na te streven, stelt nu ook de EU maatregelen voor om gelijke beloning voor vergelijkbare werkzaamheden te waarborgen.
Het gemiddeld bruto uurloon van Nederlandse vrouwen lag 14 procent onder dat van mannen in 2020, waarmee Nederland de tiende plaats inneemt in de Europese Unie zo meldt het CBS.
Met nog een maand tot de deadline moet 61% van de werkgevers in de uitzendbranche de definitieve berekening voor de tweede periode NOW nog aanvragen. Zij hebben nog tot en met donderdag 31 maart om hun definitieve omzetverlies door te geven of uitstel aan te vragen voor hun derden- of accountantsverklaring. Als werkgevers de definitieve berekening niet tijdig aanvragen, kan dat leiden tot een terugvordering van het complete voorschot.
Dat mannen vaak een hoger salaris ontvangen dan vrouwen in dezelfde functie, komt volgens een flink aandeel van de mannen doordat het mannelijke geslacht beter presteert dan vrouwen. Maar liefst 13 procent van de werkende mannen wijst dit aan als oorzaak voor de heersende loonkloof. Vrouwen kunnen zich daar niet in vinden: van hen denkt slechts 4 procent hier hetzelfde over.
De krappe arbeidsmarkt dwingt veel werkgevers tot forse salarisverhogingen. Dat is een probleem voor organisaties die werken met een cao-structuur: zij kunnen de stijging in salarissen niet zomaar matchen, ziet Thomas Boerefijn van recruitmentorganisatie Robert Walters. Desondanks is de slag om nieuw personeel nog zeker niet verloren. Boerefijn hamert erop dat cao-organisaties het financiële totaalplaatje beter over het voetlicht moeten brengen.
Nederlandse bedrijven hebben in de tweede helft van vorig jaar hun verwachte budgetten voor loonsverhogingen in 2022 verhoogd, inflatie en personeelstekorten zorgen voor toenemende loondruk.
Werkgevers worden dit jaar geconfronteerd met een nieuwe variabele voor de werkgeverslasten. Een gedifferentieerde premieberekening voor de Werkhervattingskas (Whk) en Werkloosheidwet (WW) bestonden al, maar vanaf nu wordt ook voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) onderscheid gemaakt. Hoewel het door de toenemende premiedifferentiatie steeds lastiger wordt om algemene berekeningen te maken, staat het vast dat kleine werkgevers (totale loonsom tot 882.500 euro) in ieder geval profiteren van een lastenverlichting.
In moderne, wendbare organisaties bestaan functies nauwelijks meer, of veranderen voortdurend. Het werk is vaak projectmatig en er wordt zwaar geleund op persoonlijke initiatieven van medewerkers. Het gaat dan vooral om de rollen die een medewerker vervult en wat die persoon kan. Maar die situatie wringt en schuurt met de gangbare beloningssystemen. De huidige tijd vraagt om een nieuw beloningssysteem dat past bij de inbreng die beweeglijke medewerkers in een wendbare organisatie hebben.
De loonafspraken zoals die in november werden gemaakt, passen in een normaal patroon: een gestaag oplopend gemiddelde dat de economische groeicijfers op enige ‘achterstand’ volgt en iets minder hoog is dan die groeicijfers zo meldt AWVN. Daardoor wordt de sterke loonstijging van 3,0 procent in het krimpjaar 2020 gecompenseerd. De economie kromp in dat jaar met 3,8 procent.
In deze live online masterclass van een halve dag leer je hoe je een dossier opbouwt en een specifiek verbeterplan opstelt bij disfunctioneren van een medewerker. Inclusief wettelijk kader ontslagbeoordeling