1. De werknemer vraagt zelf een WIA-uitkering aan bij het UWV na de gebruikelijke wachttijd van bijna twee jaar (104 weken). WIA staat voor Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Meer informatie voor het aanvragen van een WIA-uitkering na twee jaar ziekte.

2. De werknemer vraagt zelf eerder (dan 104 weken) de WIA-uitkering aan bij het UWV, als duidelijk is dat de werknemer helemaal niet meer kan werken, ook niet in de toekomst.

Dit moet uiterlijk binnen de 68e week bij ziekte plaatsvinden. Op het moment dat de uitkering verstrekt wordt, stoppen de re-integratieverplichtingen voor u als werkgever.

Na week 68 is het niet meer mogelijk om de uitkering eerder aan te vragen dan week 104.

Meer informatie voor het eerder aanvragen van een WIA-uitkering

Aandachtspunten

De werknemer vraagt altijd zelf de WIA-uitkering aan, als werkgever kunt u uw werknemer hierin ondersteunen en/of begeleiden.

• Bij de beoordeling van de WIA-aanvraag toetst UWV altijd of er door werknemer en werkgever voldoende is gedaan aan re-integratie (= Poortwachtertoets).
• Vervolgens kan de arbeidsrelatie met wederzijds goedvinden beëindigd worden als uit de Poortwachtertoets het volgende duidelijk blijkt:
  - De werknemer is volledig arbeidsongeschikt voor de overeengekomen werkzaamheden.
  - De werkgever en werknemer hebben voldoende re-integratie-inspanningen verricht, maar zonder resultaat.
  - Re-integratie van de werknemer is in aangepaste of passende arbeid in het bedrijf binnen afzienbare termijn niet mogelijk (ook niet via scholing).
• Zijn werkgever en werknemer het vervolgens eens over het beëindigen van de arbeidsrelatie, dan sluiten ze hiertoe een overeenkomst. In dat geval is een ontslagvergunning niet nodig. Er is sprake van wederzijds goedvinden. Dit voorkomt een onnodige ontslagprocedure bij UWV WERKbedrijf.
• Als een werknemer niet instemt met ontslag langs deze weg, is een procedure bij UWV WERKbedrijf (of kantonrechter) nog steeds noodzakelijk. Er is dan immers geen sprake van wederzijds goedvinden.