Nederlandse werkgevers bieden talenten niets extra’s
Nederlandse bedrijven maken zich niet of nauwelijks zorgen over het verlies van hun beste medewerkers. Tweederde van de werkgevers heeft totaal geen zorgen en 27 procent is licht bezorgd dat hun top performers overstappen naar een ander bedrijf. Dit zijn de uitkomsten van een onafhankelijk internationaal onderzoek van het gespecialiseerde werving- en selectiebureau Robert Half onder zo’n 1.900 HR en financiële managers in 18 landen.
Buurlanden pakken het anders aan volgens de onderzoekers. In Duitsland is 69 procent in min of meerdere mate bezorgd over een mogelijk verlies en aan de overkant van het kanaal hebben de Britse Human Resoures managers nog meer kopzorgen: 73 procent is buitengewoon of enigszins bezorgd. In België is de situatie niet veel beter: 56 procent zegt dat ze er wel zorgen over hebben.
Extraatjes
Aangezien de Nederlandse bedrijven niet vrezen voor mogelijk verlies van top performers, voelen ze zich niet genoodzaakt om hun beste werknemers veel additionele secundaire voorwaarden te bieden. 27 procent van de ondervraagden zegt zelfs openlijk dat ze niets gaan aanbieden de rest van het jaar. En als ze al extraatjes aanbieden dan is de top zes: vergoedingen voor opleidingen en trainingen (32 procent), 27 procent overweegt een extra bonus en 23 procent wil de pensioenvoorziening subsidiëren. Mentoring, een mobiel of laptop of een reisvergoeding worden door 21 procent overwogen. Dit is minder royaal dan de extra’s die worden geboden in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Zekerheid vaste baan
Stephan Renken, Director van Robert Half, zegt: “We zien inderdaad dat mensen op hun huidige positie blijven zitten. Een dergelijke ontwikkeling doet zich altijd voor in tijden waarin het economisch allemaal wat minder gaat. Medewerkers kiezen op dit moment voor de zekerheid van een vaste baan. Het is in dat licht ook te begrijpen dat de overgrote meerderheid van de bedrijven zich niet genoodzaakt voelt om geld te investeren in extra’s.”
