Logo
  • Achtergrond
  • 17 maart 2011
  • Judith Zielstra en Patrick Houtkamp

‘Je zult risico’s moeten blijven nemen’

De financiële wereld krijgt de laatste tijd een geweldige draai om de oren. Niets lijkt er te deugen. De drie HR-directeuren van de grootste pensioenfondsen van Nederland blijven er nuchter onder. Ze  houden vast aan de uitgestippelde strategie en schieten niet in de stress. Al ontkennen ze ook niet dat er zorgpunten zijn. “Soms heb je een crisis nodig om ondernemender en creatiever te worden.”

Gerald Janssen, concerndirecteur HR bij APG, Michael van Hoewijk, stafdirecteur HR bij PGGM en directeur HRM Eric Boer van Mn Services kunnen het goed met elkaar vinden. Nóg wel, is misschien een betere typering want waar vroeger iedereen zijn eigen territorium had, daar mogen ze nu in elkaars vijvers gaan vissen. De gedwongen winkelnering is voorbij.  Gedrieën praten ze over de kredietcrisis, de gevolgen ervan en de ontwikkelingen binnen de pensioenwereld in het algemeen. En hoe zetten zij HR in voor de bedrijfsdoelen? Nog iets waar ze elkaar in vinden: geen paniek. Daar waar de financiële wereld in brand staat, blijven ze kalm. Ze vinden niet dat het imago van de pensioenfondsen ernstig heeft geleden onder de kredietcrisis in vergelijking met andere financiële instellingen. Ze durven nog rustig naar verjaardagsfeestjes te gaan om fier te zeggen dat ze bij een pensioenfonds werken. Ondanks alle alarmbellen rondom negatieve dekkingsgraden, geen indexering en premieverhoging. Gerald Janssen is het meest uitgesproken als hij zegt: “Kijk eens wat er bijvoorbeeld in de VS is gebeurd met pensioenaanspraken van deelnemers. Ons collectieve pensioensysteem is superieur aan welk individueel systeem ook. We moeten blijven vechten om dit systeem in stand te houden.” Wel constateert Janssen dat de wereld verandert. Op de  trend van individualisering moeten pensioenfondsen binnen het huidige systeem wel een passend antwoord vinden, maar dit mag nooit ten koste gaan van de voordelen van de collectiviteit. Ook bij Michael van Hoewijk geen stress. Alhoewel. Recentelijk was hij bij een strategiebijeenkomst van PGGM waar openlijk de vraag gesteld werd ‘Als deze crisis nu eens niet tijdelijk is, wat dan?’  Van Hoewijk: “Toen werd het toch wel even erg stil. De spanning neemt intern wel een beetje toe. Er wordt gezocht naar antwoorden. Wat overigens wel goed is, is dat mensen zich bewust geworden zijn van hun pensioen. Als we nu bijeenkomsten organiseren, zit de zaal vol.”

Lange adem
Maar dat is toch wat anders dan dat de wereld op haar kop staat bij de drie. Die houding is ook wel te verklaren. Pensioenen zijn een zaak van lange adem. De meeste klanten hebben er voorlopig nog niet mee te maken. En het geld komt in moeilijke tijden ook binnen. Nog altijd dragen miljoenen werknemers zo’n 20 procent van hun salaris af aan de pensioenfondsen. En de tijd heelt meestal de wonden wel, dus – aanname – worden de fondsen op termijn wel weer gered door betere beleggingsopbrengsten. Helemaal niets aan de hand dan? Jawel, er zijn zorgen. En APG en PGGM constateren allebei dat de Raad van Bestuur veel managementaandacht heeft voor de crisis en dat campagnes stopgezet zijn, maar bij geen van de drie partijen gaat er een streep door de ambities. Sterker. In plaats van te panikeren, huldigen de drie het adagium dat ze – nu de crisis er is – die juist kunnen gebruiken om de uitvoeringsorganisaties beter te maken. Eric Boer: “Soms heb je ook een crisis nodig om ondernemender en creatiever te worden. Wel is denk ik sprake van temporisering van de ambities.”  Van Hoewijk ziet een ander voordeel. “We hebben nog nooit zo makkelijk mensen binnengehaald van andere financiële instellingen die nu in de problemen zitten.” Boer vult aan: “En nog een stuk goedkoper ook dan een jaar of wat geleden.” Dreigende marktomstandigheden hebben nog niet geleid tot een agressieve marktbenadering. Geen enkele partij gaat van strategie veranderen. Vasthouden aan de langetermijnvisie en niet in de stress schieten, is de visie van de drie pensioenbeheerders. Ook niet nu de businesscontext verandert. Gevraagd bijvoorbeeld naar het groeiende leger zzp’ers en of ze daar iets voor ontwikkelen, is het collectieve antwoord dat daar wellicht maatschappelijk gezien behoefte aan is, maar ook dat dit niet eenvoudig te realiseren is. Janssen: “We richten ons toch vooral op de voordelen van een bedrijfstak. Zzp’ers fietsen daar dwars doorheen.” PGGM denkt wel dat pensioenfondsen zich moeten heroriënteren op de toekomst en meer na moeten denken over risico, opbrengsten en premieniveau. Janssen van APG is stellig: “Wat je ook verzint, je zult weloverwogen risico’s moeten blijven nemen. Ik geloof niet in een toekomst zonder risico’s. Anders kun je nooit het nodige rendement maken. In die zin is de wereld eigenlijk niet veranderd.”

HR als business partner?
Wat betekent de kredietcrisis voor HR? Van Hoewijk neemt de aftrap door te stellen dat in deze tijd HR een volwassener positie is gaan innemen. Boer ziet dat in deze tijd zaken makkelijker voor elkaar te krijgen zijn: “Lastige projecten zijn er nu sneller doorheen te loodsen. We hebben de wind in die zin mee. Je ziet dat bedrijven het mes zetten in de flexibele schil van arbeid. Flexwerk is toch duurder en nu wordt er op kosten gelet.” Ook PGGM doet meer zelf en zet minder externen in. Werden voor allerlei projecten externe bureaus ingehuurd, nu wordt eerst gekeken of een ontwikkeltraject zelf in gang gezet kan worden. Ook in die zin wordt HR serieus genomen. Janssen vult aan: “Ik merk dat de Raad van Bestuur zich sterk richt op de personele issues. Als HR heb je dan de taak om zaken intern aan te wakkeren. Werken we wel genoeg aan onze eigen organisatie? Zijn we goed met kosten bezig? Dat soort vragen moeten vanuit HR gesteld worden. We zijn er niet alleen voor de leuke en mooie tijden.” Ruurd Baane vraagt of de Raden van Bestuur HR daadwerkelijk uitnodigen om dat soort processen op te starten. ‘Ja’, zeggen Boer en Van Hoewijk, waarbij de laatste aantekent: “Toen ik hier kwam, heb ik afgesproken dat ik aan mocht zitten bij RvB-vergaderingen. Daar werd in het begin door sommigen ook wel raar tegenaan gekeken, er was weerstand. Ik ben er echter van ‘overtuigd dat je alleen vanuit die positie en met die informatie een organisatie duurzaam kunt beïnvloeden. Als je echt weet wat er speelt.” Baane wil ook nog weten of HR een rol speelt als ‘feeder’. In het verzinnen van nieuwe producten bijvoorbeeld. ‘Nee’, is het collectieve antwoord. Ze hebben de handen vol aan de eigen HRM-activiteiten. Maar hoe zit het dan met dat hedendaagse fenomeen van business partner zijn? HR moet vanuit die gedachte toch de business ondersteunen? De heren zijn het snel eens in hun opvatting dat ‘business partner zijn’ vooral een modieus begrip is. Boer: “HR is een van de functies in een onderneming. Uiteindelijk moet je het samen doen.”  Van Hoewijk: “Het begrip business partner houdt me niet bezig. Wij zijn gewoon onderdeel van de business.” Janssen: “Maar leg dat niet uit als dat we niet verbonden zijn met de business. Dat zijn we zeker wel. Maar dan vooral vanuit onze eigen discipline: wij hebben verstand van mensen in organisaties.” En van belonen, zo’n heikele andere actualiteit. Boer: “We zullen toe moeten naar een nieuw beloningssysteem voor directie en vermogensbeheerders. Gekoppeld aan bedrijfsresultaten. Daar ontkomen we niet aan.” Janssen: “Beloningen zullen meer op de lange termijn gericht zijn en wellicht iets soberder zijn.”

Imago van pensioenfondsen
Bij PGGM is Van Hoewijk op het terrein van HR nog met wat anders bezig. Hij noemt het ‘één PGGM’. “Het is hier toch te veel: iedere afdeling voor zich. We willen naar een sfeer van organisatiebrede cocreatie. Daarin maken we stapjes, maar we moeten nog te veel steeds opnieuw starten. Het vliegwiel heeft nog niet het moment bereikt, waarop het zichzelf in gang houdt. Ik ben er wel van overtuigd dat je alleen ‘multiclient’ kunt werken als je met z’n allen echt samenwerkt.” Die gemeenschapszin trof Janssen overigens in New York bij APG wel aan. Daar werken zo’n 125 mensen en in de nacht dat Lehmann omviel, dacht de COO op weg naar kantoor ‘wie moet ik bellen om naar kantoor te komen?’ Toen hij op kantoor kwam, was iedereen er al. Janssen: “Wat de kredietcrisis ook heeft gebracht, is het gevoel van verbondenheid. Wij hebben iets met dit bedrijf. Ik vond dat mooi om te zien.” Tot slot de vraag aan de drie hoe zij de toekomst zien. Van Hoewijk stelt dat hij hoopt dat er minder controle komt, maar hij vreest dat het alleen maar erger zal worden. “We geloven elkaar niet meer als er één handtekening onder een document staat. Nummer twee gaat het hele proces toch weer zelf bestuderen.” Boer denkt ook dat door extern toezicht de eisen alleen maar strenger zullen worden. Van Hoewijk: “We gaan ten onder aan al die regels.” Janssen: “Mensen die hier nieuw binnenkomen schrikken als ze naar alle governance en compliance regels kijken. Ik merk dat veel starters bedrijven als PWC en Ernst & Young interessanter vinden als leeromgeving.” En toch zijn ze positief gestemd over het imago en de statuur van de pensioenfondsen. Nu en in de toekomst. En dus durft Janssen er volgend mopje wel tegenaan te gooien. ‘Zoontje wordt gevraagd wat zijn vader doet. Paaldansen, zegt de  jongen. Vraagt zijn moeder later: zoon, waarom zei je dat over papa? Mama, ik durfde vanwege de kredietcrisis niet te zeggen dat hij bij een bank werkt.’

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.