Het onderzoek naar performance management laat zien dat in bijna alle branches medewerkers een te rooskleurig beeld over hun eigen werk kunnen hebben. In het algemeen vinden medewerkers zich in 82 procent van de gevallen klantgericht, terwijl slecht 34,4 procent van de leidinggevenden dat vindt. Ook bij andere competenties als samenwerken en resultaatgerichtheid is er een aanzienlijk verschil. 

Grote verschillen in openbaar bestuur en financiële branche

In de branches openbaar bestuur, financiële dienstverlening en in de logistiek is er sprake van grote perceptieverschillen. Zo vindt 19 procent van de ambtenaren dat zij niet zo klantgericht zijn, echter zijn de leidinggevenden het daar niet mee eens. Maar liefst 43 procent ervaart hun klantgerichtheid als matig.[deze zin klopt niet. De ambtenaren vinden zichzelf niet zo klantgericht en de leidinggevenden beoordelen hen ook matig.] Ook de financiële sector laat vergelijkbare cijfers zien. In de logistieke sector vindt 48 procent van de ondervraagden zichzelf goed in samenwerken, maar 27 procent van de leidinggevenden is het daarmee eens. “De grote perceptieverschillen in deze sectoren kunnen een gebrek aan zelfkennis betekenen, maar dat hoeft niet per se. Vaak speelt de hiërarchie in deze situaties een rol, de bedrijfscultuur is er een van top-down”, aldus Alette Ducro, directeur bij PiCompany. “De resultaten zien dat er sterkte behoefte is aan een dialoog tussen werkgever en werknemer om de verwachtingen beter op elkaar af te stemmen.”

Zorgbranche is een uitzondering

In de zorg zijn de leidinggevenden echter doorgaans positiever over de kwaliteiten van hun personeel dan het personeel zelf. Slechts 17 procent van de medewerkers beoordelen zich goed op gebied van resultaatgericht, terwijl hun leidinggevenden dat in 22 procent van de gevallen doen. Op de andere competenties als samenwerken en klantgerichtheid zijn medewerkers wel positiever over zichzelf dan hun leidinggevenden.