Veel werknemers kiezen er bewust voor om niet thuis achter de geraniums te gaan zitten maar geheel of gedeeltelijk te blijven doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Deze keuze kan ingegeven zijn door een economische noodzaak omdat werknemers onvoldoende pensioen ontvangen om van rond te komen maar even zo vaak vinden werknemers het prettig een doel hebben om voor te leven en hun brede ervaring en kennis en kunde over te dragen aan jongere generaties.
Hoewel meer dan 40% van de HR-managers stelt dat hun opleidingsbeleid in het teken staat van duurzame inzetbaarheid, is slechts 27% van de bedrijven bereid hier daadwerkelijk geld in te steken. Een gericht beleid op ouderen of laagopgeleiden in loopbaanontwikkeling blijft ook uit. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van CINOP Advies bij 430 HR- en opleidingsmanagers van Nederlandse bedrijven met meer dan 100 medewerkers.
Probeer je de werkvloer van 2033 eens voor te stellen... De kantoortijger met één baan is al lang uitgestorven en nieuwe medewerkers zijn per definitie zzp’ers. Ook de vaste werktijden zijn verdwenen en de traditionele hiërarchische bedrijfsverhoudingen zijn van de baan. En robots zullen een groot deel van onze huidige werkzaamheden hebben overgenomen.
Ooit leek flexwerken een futuristisch idee, maar dankzij technologische mogelijkheden, vastgoed vraagstukken en wensen van medewerkers, is het nu normaal geworden.
De overheid en werkgevers moeten nog actiever worden, maar werknemers zelf spelen een sleutelrol in de noodzakelijke actie tegen concurrentievervalsing op de arbeidsmarkt. Het aannemen van werk onder niveau, onder slechte arbeidsvoorwaarden of zelfs via illegale constructies is in de huidige arbeidsmarkt begrijpelijk, maar ondermijnt de hoogwaardige kenniseconomie waar Nederland en Europa naar streven. Dat betoogt hoogleraar arbeidsrecht Mijke Houwerzijl in haar inaugurele rede aan Tilburg University.
Ambitieuze plannen die leiden tot meer werk of stageplekken voor jongeren, behoud van vakkrachten en de begeleiding van met ontslag bedreigde werknemers naar nieuw werk, krijgen voor de helft financiële bijdrage van de overheid. Het gaat om gezamenlijke plannen van werkgeversorganisaties en betrokken vakbonden.
Als werkgevers niks doen holt het arbeidsvermogen van hun werknemers hard achteruit naarmate zij ouder worden. De afname van het werkvermogen blijkt tussen het 53ste en 67ste levensjaar gemiddeld in totaal 25 procent te zijn. Aangezien de gemiddelde leeftijd in organisaties oploopt nemen de financiële consequenties ook toe. ‘Investeren in leeftijdsbeleid is zelfs beter dan investeren in R&D’
Veertigplussers met een veel jongere leidinggevende lopen meer risico om te worden ‘afgeserveerd’. De meeste managers zijn weliswaar tevreden over hun prestaties, echter, de angst dat ze over onvoldoende veerkracht beschikken, leidt uiteindelijk toch tot een negatievere beoordeling. Vaak ten onrechte. Dat stelt Beatrice van der Heijden, hoogleraar strategisch human resource management aan de Radboud Universiteit Nijmegen, tijdens de Tempo-Team College Tour.
Wanneer de gezondheid van ouderen toeneemt, zou de arbeidsparticipatie kunnen stijgen en zouden de zorguitgaven ingeperkt kunnen worden. Bram Wouterse concludeert in zijn proefschrift echter dat een betere gezondheid over het algemeen niet leidt tot lagere uitgaven. Ook is een goede gezondheid wel een noodzakelijke maar niet een voldoende voorwaarde voor arbeidsparticipatie.
Een kwart van de gepensioneerden wil weer werken mits ze zelf de voorwaarden kunnen bepalen. Ook als ze daarvoor 25 procent salaris moeten inleveren zo blijkt uit onderzoek van Medical Delta.
Wat doe je als een medewerker niet goed functioneert en welke vormen van verlof zijn er? Wil je je kennis up-to-date houden? Volg deze training en leer in twee ochtenden alle ins en outs over arbeidsrecht in de dagelijkse HR-praktijk.