Logo
  • Nieuws
  • 31 mei 2012
  • Mariel Hovemann

Bijna een op de vijf werknemers is een flexwerker

Werknemers hebben steeds vaker een flexibele arbeidsrelatie. Tussen 2001 en 2011 groeide het aandeel flexwerkers (vooral jongeren) van 13 naar 18 procent aldus cijfers van het CBS.

Beeld Bijna een op de vijf werknemers is een flexwerker

Flexwerk is conjunctuurgevoelig. Als het slecht gaat met de economie verliezen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie als eerste hun baan. In de periode 2004 tot en met 2007 groeide de economie sterk en nam de werkgelegenheid voor flexwerkers fors toe. In 2009 kromp de economie en daalde het aantal flexwerkers.

 

Tijdelijk contract

In 2011 had 18 procent van de ruim 6,3 miljoen werknemers in 2011 met een baan voor minimaal twaalf uur per week een flexibele arbeidsrelatie. Tien jaar daarvoor bedroeg het aandeel flexwerkers nog 13 procent. De toename komt vooral door het aandeel werknemers met een tijdelijk contract met uitzicht op een vast dienstverband en vaste uren aldus het CBS. In 2011 ging het om bijna7 procent van de werknemers, tegen 4 procent in 2001. Ook het aandeel oproepkrachten groeide tot 3 procent in 2011. Het aandeel uitzendkrachten is echter redelijk stabiel gebleven (rond de 3 procent).

 

Vooral jongeren

Vooral onder jongeren is het aandeel flexwerkers sterk toegenomen. Zij zijn voornamelijk werkzaam als oproepkracht. Had in 2001 35 procent van de 15- tot 25-jarige werknemers een flexibele arbeidsrelatie, in 2011 was dit opgelopen tot 52 procent. Ook in de groep 25-35 jaar nam het aandeel flexwerkers toe.

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.