Een directeur moet vertrekken wegens een gebrek aan vertrouwen, het niet bereiken van gestelde doelen, gebrek aan leiderschap, te late aanlevering van gegevens en het niet doorgeven van cruciale informatie. De voorzieningenrechter sprak zich uit over de schorsing en het voorgenomen ontslag van een statutair directeur door de raad van commissarissen van het bedrijf.

 

De directeur is het er niet mee eens en eist dat hij zijn werk weer mag oppakken. Hij voert aan dat het schorsingbesluit door zijn directe leidinggevende is genomen, die daartoe niet bevoegd is omdat hij geen commissaris is en ook geen vertegenwoordiger van de algemene vergadering van aandeelhouders.

 

Bevoegd

De rechter meent dat de raad van commissarissen wel bevoegd is, omdat er met spoed een voorlopige voorziening getroffen moest worden. De rechter oordeelt ook dat het in beginsel weliswaar de algemene vergadering van aandeelhouders is, die de bevoegdheid heeft om een statutair bestuurder te schorsen. Maar in dit geval is er sprake van belangenverstrengeling, want de directeur is ook bestuurder van de moedermaatschappij. Het gevolg zou dan zijn dat hij zichzelf zou moeten schorsen aangezien hij ook statutair directeur van de moedermaatschappij is. Daarom is de raad van commissarissen in dit geval bevoegd om de directeur te schorsen.

 

Vervolgens oordeelt de rechter dat het gebrek aan vertrouwen een dringende reden voor ontslag is en het ontslagvoorstel hier terecht op gebaseerd is. De statutair directeur is tijdig op de hoogte gesteld van voornoemde reden. Van het bedrijf kan in redelijkheid niet worden verwacht dat zij deze bestuurder nog langer laat functioneren.

 

Tip

Er zijn verschillende manieren om medewerkers die disfunctioneren te ontslaan: ontslag op staande voet, ontbinding van de arbeidsovereenkomst of verlening van een ontslagvergunning.

 

Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, handelsrecht, 10 april 2009, LJN:BI0720