Vaststellingsovereenkomst met werknemer niet altijd geldig
Een coffeeshop wordt na een politie-inval gesloten. Een week later nodigt de werkgever de werknemers uit en legt hen de volgende keuze voor: óf de werknemers tekenen een vaststellingsovereenkomst waardoor zij nog maximaal twee maanden recht houden op loon, óf de werkgever gaat failliet waardoor de arbeidsovereenkomsten op zeer korte termijn door de curator worden opgezegd en de werknemers nog minder loon zullen ontvangen.
Onder deze geschetste omstandigheden tekent in ieder geval één werknemer de vaststellingsovereenkomst. Later wordt hem bekend dat hij, als de werkgever failliet was gegaan en de curator de arbeidsovereenkomst had opgezegd, nog maximaal 13 weken loon, vergoeding van vakantiegeld en opgebouwde vakantiedagen van UWV WERKbedrijf had kunnen ontvangen (op grond van artikel 61 Werkloosheidswet). De werknemer vernietigt de vaststellingsovereenkomst en maakt aanspraak op loondoorbetaling.
Overnemen betalingsverplichting
De kantonrechter Terneuzen (27 mei 2009, JAR 2009 / 174) stelt vast dat de advocaten van de werkgever de werknemers niet hebben gewezen het overnemen van de betalingsverplichting door UWV WERKbedrijf als de werkgever in betalingsonmacht verkeert. De werkgever was hiertoe wel verplicht. Hierdoor zijn de afspraken onder invloed van dwaling tot stand gekomen, hetgeen tot vernietigbaarheid leidt. De werknemer heeft recht op zijn loon tot het moment dat de arbeidsovereenkomst wel rechtsgeldig zal zijn geëindigd.
Let op
Een werkgever moet een werknemer goed voorlichten over de gevolgen van het tekenen van een vaststellingsovereenkomst. Als de werkgever immers tekortschiet in deze verplichting, kan de vaststellingsovereenkomst worden vernietigd, met alle financiële gevolgen voor de werkgever van dien.
