De gemeente Amsterdam wil een deel van de activiteiten van Stadstoezicht verzelfstandigen en privatiseren. Als gevolg hiervan zal een aantal fte’s overgaan van Stadstoezicht naar Cition. Deze medewerkers worden als ambtenaar ontslagen en treden op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst bij Cition. Ondanks het negatieve advies van de ondernemingsraad wil de ondernemer het voorgenomen besluit toch uitvoeren.

 

Privatisering naar marktontwikkeling

De Ondernemingskamer stelt vast dat in het bestreden besluit besloten ligt dat de verzelfstandigde onderdelen van Stadstoezicht worden geprivatiseerd. Het tijdstip is niet in het besluit vastgesteld. De gemeente wil voorkomen dat een monopolist in de markt wordt gezet en wil daarom het tijdstip van privatiseren afhankelijk stellen van ontwikkelingen op de markt.

 

Terecht heeft de ondernemingsraad erop gewezen dat het onduidelijk is wanneer sprake is van een monopoliepositie die aan privatisering in de weg staat. De gemeente is onduidelijk geweest over het tijdstip waarop de privatisering wordt bepaald.

 

Complex besluitvormingstraject

De Ondernemingskamer oordeelt echter dat het vanwege de complexiteit van het besluitvormingstraject praktisch en juridisch niet haalbaar is om nu al de precieze criteria voor de privatisering vast te leggen. Deze onduidelijkheid is niet van dien aard dat het besluit kennelijk onredelijk is.

  

Ondernemingskamer, 10 december 2009, LJN BK8298

 

Tip: Uit deze uitspraak blijkt duidelijk de pragmatische inslag van de Ondernemingskamer. Ondanks dat er gegevens ontbreken, leidt dit gezien de omstandigheden niet tot een kennelijk onredelijk besluit. De Ondernemingskamer neemt alle omstandigheden, waaronder de haalbaarheid van het een en ander, mee.