Een echtpaar een onderneming heeft in het adviseren en afsluiten van verzekeringen. Hun enige werkneemster is de beste vriendin van de vrouw.  Deze werkneemster en de echtgenoot krijgen een geheime seksuele relatie.

 

Als de echtgenoot verliefd wordt op een ander, verbreekt hij de relatie met de werkneemster. Deze biecht daarop de affaire aan haar vriendin op. Ook nadat de situatie publiekelijk bekend is geworden, verricht de werkneemster nog enige tijd haar werkzaamheden. Het echtpaar gaat in therapie om hun huwelijk te redden en stelt de werkneemster op non-actief.

 

Onhoudbare situatie

De kantonrechter beslist dat hoewel strikt genomen de affaire niets met het werk te maken heeft, toch sprake is van een onhoudbare situatie op de werkvloer. De rechter vindt het niet aannemelijk dat de werkneemster de relatie niet heeft gewild, ondanks haar zwakkere positie in de verhouding leidinggevende-werkneemster. Hij is van mening dat werkneemster en de echtgenoot als volwassen mensen beiden in alle vrijheid hebben gekozen voor de seksuele relatie.

 

Beëindigingsvergoeding

Het is dan ook redelijk om de gevolgen daarvan aan beiden in gelijke mate toe te rekenen,  waarbij het aandeel van de echtgenoot aan de werkgever wordt toegerekend. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, waarbij aan de werkneemster een beëindigingsvergoeding wordt toegekend op basis van een correctiefactor 0,5.

 

Kantonrechter Haarlem, 25 maart 2010, LJN: BM0580

 

Tip: Als er geen sprake was geweest van een vrijwillige relatie maar van seksuele intimidatie, dan had de werkneemster een procedure tot ontbinding bij de kantonrechter kunnen voeren en een vergoeding van de werkgever kunnen eisen.