IVA Driebergen Business School (hierna: 'IVA') heeft een van haar docenten op 17 juni 2011 – na afloop van het lesseizoen – voor onbepaalde tijd geschorst, omdat de docent zich bij herhaling laatdunkend en kleinerend zou hebben uitgelaten over de directie en collega’s, zijn gedrag tegenover studenten in de klas ontoelaatbaar zou zijn geweest en hij in strijd met de regels eigenhandig een cijfer van een test zou hebben gewijzigd.

 

De docent heeft IVA in kort geding gedagvaard en veroordeling van IVA gevorderd om de schorsing op te heffen en hem na de zomervakantie, per 29 augustus 2011, in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden als docent te hervatten op straffe van een dwangsom.

 

Maatstaf voor schorsing

Door de kantonrechter wordt vooropgesteld dat een schorsing door een werkgever een zware maatregel is, die tot gevolg kan hebben dat de werknemer in eer en goede naam wordt aangetast of anderszins schade lijdt. Van belang is daarom dat de werkgever in het kader van goed werkgeverschap de nodige zorgvuldigheid in acht neemt jegens de werknemer en alleen tot schorsing overgaat als daarvoor een deugdelijke grond bestaat.

 

Strijdig met goed werkgeverschap

Naar het oordeel van de kantonrechter heeft IVA in onderhavige kwestie de noodzaak voor de schorsing onvoldoende aannemelijk gemaakt. Nadat collega’s begin 2011 over het gedrag van de docent hebben geklaagd, heeft de directie informatie ingewonnen en zijn de klachten op 20 mei 2011 op papier gezet. Daarna hebben zich volgens de kantonrechter geen incidenten van betekenis voorgedaan. Een en ander rechtvaardigt een schorsing op 17 juni 2011 niet, zeker niet nu het lesseizoen was geëindigd en de schorsing ook daarom geen redelijk doel meer kon dienen, anders dan de docent te beletten om bij de diploma-uitreiking te zijn. Voor dat doel is een schorsing voor onbepaalde tijd een te zware maatregel.

 

Vertrouwensbreuk

Ook heeft IVA niet als goed werkgever gehandeld door de docent vlak voor de schoolvakantie te schorsen met het vaste voornemen hem na de schoolvakantie niet te laten terugkeren en vervolgens pas aan het einde van de schoolvakantie, op 11 augustus 2011, een ontbindingsverzoek in te dienen. Tot slot is het onvoldoende aannemelijk geworden dat bij terugkeer grote onrust onstaat nu de door IVA gestelde vertrouwensbreuk met name ziet op de relatie tussen directie en docent. Dit is voor de kantonrechter aanleiding om de door de docent gevorderde voorziening te verlenen op straffe van een dwangsom van € 500 per dag met een maximum van € 20.000.

 

Sector kanton, Rechtbank Utrecht, 19 augustus 2011, LJN: BS1259

 

Tip

Zodra u als werkgever opmerkt dat het functioneren van uw werknemer niet conform de gestelde functie-eisen of verwachtingen is, is het van belang dat u uw werknemer zo spoedig mogelijk hierop aanspreekt. Enkel een incident of een herhaald voorval in een uitgestrekt verloop van tijd kan meestal niet tot de conclusie leiden dat er sprake is van disfunctioneren dat een ontslag rechtvaardigt.