De werkgever heeft bij het UWV een ontslagaanvraag ingediend wegens bedrijfseconomische redenen. Volgens de werkgever komt de werknemer op grond van het afspiegelingsbeginsel voor ontslag in aanmerking. De werknemer is het hier niet mee eens omdat hij vanaf  1 december 1995 werkzaam is bij werkgever, met een korte onderbreking van 8 dagen, namelijk tussen 31 maart 2003 en 8 april 2003.

 

Werkduur niet juist berekend

UWV oordeelt dat er inderdaad bedrijfseconomische omstandigheden zijn voor de beëindiging. Maar stelt ook dat de anciënniteit van werknemer niet juist is berekend. Volgens het UWV is het dienstverband op 1 december 1995 begonnen, niet op 8 april 2003. UWV stelt dat in beginsel alleen de duur van de laatste arbeidsovereenkomst van belang is bij de bepaling van de duur van het dienstverband. Maar omdat in dit geval de duur van de onderbreking van de arbeidsverhouding zo kort is, het onredelijk is om alleen de laatste arbeidsovereenkomst als uitgangspunt te nemen. UWV weigert de ontslagvergunning voor deze werknemer.

UWV WERKbedrijf AJD Rotterdam, 22 februari 2012, O-118383 KMU

 

Tip

Bij de vaststelling van de anciënniteit van werknemers voor het afspiegelingsbeginsel, dienen werkgevers rekening te houden met korte onderbrekingen van dienstverbanden. In beginsel telt alleen de laatste arbeidsovereenkomst mee voor de duur van de arbeidsovereenkomst, maar UWV kan onderbroken dienstverbanden voor onbepaalde tijd bij één werkgever samentellen voor de duur van het dienstverband op grond van de Beleidsregels. Het wel of niet samentellen van twee dienstverbanden is afhankelijk van de omstandigheden van de onderbreking en de duur van de onderbreking.